Na anderhalf jaar in de jeugdopleiding van Sparta Rotterdam te hebben gezeten kon de talentvolle middenvelder een overstap maken. Alle clubs uit de traditionele top drie hadden zich gemeld, maar de keuze viel uiteindelijk voor Feyenoord. 'M'n pa en ma hebben me daar in bescherming genomen. Ze zeiden: 'Gjiv het is beter als je gewoon naar Feyenoord gaat. Dezelfde omgeving, je blijft thuis.' Ik ben een familiemens, ik had dat ook wel echt nodig op die leeftijd.'Desondanks verliepen zijn eerste paar jaar op Rotterdam-Zuid niet zoals hij had gehoopt. 'Bij Feyenoord ging het gewoon niet goed in onder-15. In de onder-16 eigenlijk ook niet. Onder-17 was het coronajaar.' 'Ik speelde gewoon niks man', reageert hij als er gevraagd wordt wat er dan niet goed ging. Hij geeft aan dan ook op basis van potentie steeds door te mogen gaan bij Feyenoord.
Deze drie jaar waarin hij weinig tot spelen kwam hadden er bijna voor gezorgd dat hij een punt zette achter zijn voetbaldroom. 'Ik zat er wel even doorheen onder-15, onder-16. Ik heb vaak gezegd tegen m'n pa en ma dat ik wilde stoppen. Het is klaar. Je bent jong en wilt voetballen, vrienden komen kijken, neven komen kijken, ooms. Eindstand zit je gewoon op de bank voor negentig minuten.' Al kon hij wel begrijpen waarom hij op de bank zat. 'Ik was op dat moment gewoon niet goed genoeg, ik wist niet wat er gebeurde. Mentaal was het anders dan bij Sparta. Die wereld was gewoon harder. Bij Sparta was het altijd hand boven mijn hoofd, oké je doet het op basis van talent.'
Uiteindelijk is Zechiël toch altijd doorgegaan en heeft hij veel geleerd van deze drie jaar: 'Daarom ben ik wel blij met die drie jaar, omdat die drie jaren mij wel echt gemaakt hebben tot wie ik ben. Het heeft me mentaal sterk gemaakt en laten zien dat dit die wereld is. Je krijgt het niet zomaar, je moet hard werken, je moet extra trainen, het vraagt discipline, het vraagt focus. Op tijd slapen, goed eten en drinken. We zeggen het altijd allemaal, maar het is ook echt zo.'
In de onder-18 kreeg het talent weer veel minuten. 'Toen in de onder-18 bij Melvin Boel ging ik alles spelen. En dat jaar ging goed, kreeg ik ook mijn contract dat jaar. Vervolgens ging ik naar de onder-21, daar ging het weer met pieken en dalen. Dan weer wel spelen dan weer niet.' Dit alles zorgde voor de nodige ervaring bij Zechiël met als gevolg dat hij het jaar erop mee mocht met de voorbereiding van het eerste. Al was dit nog maar een kleine stap volgens hem, aangezien hij slechts één van de vijftien spelers was die mocht aansluiten. Daarom besloot hij er alles aan te doen om positief op te vallen. 'Ik kwam in de voorbereiding. En mijn pa was altijd kort, dus bij loopjes loop vooraan, kom als eerste buiten. Straal uit dat je echt prof bent, straal uit dat je echt wilt. Dus dat soort dingen deed ik allemaal en dat viel positief op.' Op deze manier is het de talentvolle middenvelder uiteindelijk gelukt om van bankzitter in de jeugd naar onderdeel van de selectie van het eerste van Feyenoord te gaan.
Zechiël wordt laten nog gevraagd naar welke spelers volgens hem echt exceptionele kwaliteiten laten zien op de training, waarop de middenvelder snel antwoord weet te geven: 'Timber. Ik wist niet dat hij zó goed was. Ik dacht wel van je bent een goede speler, maar toen ik op de training tegen hem stond dacht ik: je loopt goed, je bent niet alleen aan de bal goed, je praat, je coacht, je bent fel. Hij is verdedigend echt fel hé, hij zit echt kort.' Naast Timber zijn er nog twee andere spelers die hij hoog heeft zitten. 'Hancko, beest man. Hem ga je nooit betrappen op een training dat hij op tien procent traint. En Stengs heeft ook echt talent. Jammer van zijn blessures, maar zijn linkerbeen is magisch.'