Wat opviel was de spelvreugde en het zelfvertrouwen bij de Feyenoorders op het veld. Waar onder Brian Priske veel wedstrijden plichtmatig leken, mede door de vele opdrachten die hij meegaf aan zijn spelers, straalden diezelfde voetballers uit plezier te hebben in de aanvallende denkwijze van hun nieuwe baas.
Aan het gecontroleerd druk zetten bleek dat de spelers wisten wat ze moesten doen, aan de bal kregen ze alle vrijheid om tot wasdom te komen.
Wat viel nog meer op: ondanks twee tegentreffers - waarvan één opnieuw goedkoop gegeven strafschop - stond Feyenoord defensief als een huis. Twente had veel moeite om de vrije man op het veld te vinden en bij iedere onderschepping ging Feyenoord razendsnel in het offensief.
Ik geef het maar eerlijk toe: de komst van Robin van Persie vind ik onuitlegbaar. Het is op z'n zachts gezegd vreemd dat Feyenoord voor de aanstelling van Priske een selectieproces doorliep waarbij verschillende - vooral buitenlandse - trainers zorgvuldig werden bekeken, om bij het vertrek van de Deen alles overboord te gooien en te kiezen voor iemand 'die de club kent'.
Dat Van Persie amper ervaring had opgedaan en in Friesland vaker negatief dan positief werd opgemerkt (er brak zelfs een soort volksfeest uit na zijn vertrek), deed plots niet ter zake. Feyenoord koos, zoals het de club betaamt, voor Van Persie puur op sentiment en zocht daarbij containerbegrippen, die de impulsieve beslissing niet verborgen, maar juist verraden.
Maar blijkbaar ben ik net zo opportunistisch als Dennis te Kloese. Waar Heerenveen onder Van Persie een ploeg was van een naïeve trainer, die te arrogant was om rekening te houden met een tegenstander, zag ik tijdens de 2-6 in Enschede een bedachtzaam elftal met een helder speelplan, dat bovendien goed combinatievoetbal op de mat legde.
Misschien is het waar en zijn de voetballers van Heerenveen niet goed genoeg om Van Persie te begrijpen. Het zou mij niets verbazen. Toen hij terugkeerde bij Feyenoord, zat ik in het stadion en had ik meer aandacht voor zijn warming-up dan voor de wedstrijd die een paar meter verderop aan de gang was.
Het knieheffen van Van Persie zag er nu eenmaal eleganter uit dan een passeerbeweging van Sam Larsson. Zijn hakken-billen-oefening was mooier dan een pass van Eric Botteghin.
Als voetballer deed Robin van Persie soms dingen die niet logisch waren, onmogelijk leken zelfs, maar wel konden, omdat ze nu eenmaal door Robin van Persie werden uitgevoerd. Noem de volley tegen Aston Villa of de kopgoal tegen Spanje en je zegt al genoeg.
Feyenoord is dit seizoen al meerdere keren boven zichzelf uitgestegen, om daarna te worstelen in een moeras van middelmaat. De wedstrijd tegen FC Twente moet daarom vooralsnog als uitzondering worden gezien en niet als regel (of juist andersom, het is maar hoe je het bekijkt). Maar als er ooit een trainer zou moeten komen die je compleet verrast, die plots het onmogelijke mogelijk maakt, dan moet het wel Robin van Persie zijn.
Peter