Journalist Bjorn Goorden beschrijft dat Pierre van Hooijdonk zo bepalend was in dat jaar, dat hij misschien ook wel een standbeeld bij De Kuip verdient: ‘Denk alleen al aan die elf rake vrije trappen in één en hetzelfde seizoen.’ Van Hooijdonk kwam in de zomer van 2001 naar Feyenoord, nadat eerdere toenaderingspogingen mislukt waren. De spits was inmiddels 32 jaar oud, maar was fit en trainer Bert van Marwijk wilde hem graag hebben.
Routine
In de VI staat beschreven dat de spits als kind al bezig was met vrije trappen. ‘De lange’ legde de bal op randje strafschopgebied en schoot tot hij scoorde. Daarna verlegde hij de bal een meter, totdat hij vanuit alle posities raak had geschoten. Feyenoord was later maar wat blij met deze intense beoefening van het schieten van vrije trappen, want bijna elke vrije trap was een penalty bij Pi-Air.
Van Hooijdonk wist het zelf te voorspellen na de gewonnen finale: ‘Het zou me niet verbazen als na ons geen enkele Nederlandse club nog een Europa Cup wint. We kunnen nu eenmaal niet mee met het grote geld. Dat maakt deze winst nog waardevoller.’ Van Hooijdonk scoorde in seizoen 2001-2002 33 keer, waarbij nummer 32 en 33 in de finale tegen Borussia Dortmund. In de laatste wedstrijd scoorde de specialist weer met een vrije trap en dit maakte dat hij 11(!) keer een vrije trap benutte. Dit komt neer op één benutte vrije trap per vier duels, een fantastisch gemiddelde dus.