‘Onze aanpak was uniek, maar vindt inmiddels behoorlijk wat navolging uit andere landen", zegt Jan de Jong, directeur van Eredivisie CV. Twee keer per jaar kunnen eredivisieploegen een weekend worden vrijgesteld. Tussen twee Champions League-duels bijvoorbeeld. Of er wordt geschoven met de speeldag, om een ploeg zo lang mogelijk rust te gunnen.
Verandering
Dit gegeven werd in 2018 ingevoerd. In 2018 stond Nederland nog veertiende op de UEFA-coëfficiëntenlijst. Dat is nu een stevige zesde plaats en kan zeer voordelig zijn in de verdeling van de Europese tickets. De Jong over dat vrije weekend, wat op de ‘Veranderagenda’ van 2018 stond: ‘Wij doen er alles aan om de ploegen die Europees spelen zo goed mogelijk te faciliteren, zodat ze zich optimaal kunnen voorbereiden.’
Ook de Nederlandse clubs die niet Europees meespelen profiteren mee en vinden het daardoor niet erg om een wedstrijd te verplaatsen, de Europese gelden stromen namelijk ook voor een klein gedeelte naar onderen door. De Europese topclubs vinden het minder, weet De Jong: ‘Ik werd erop aangesproken door Spaanse en Italiaanse collega's, die het een schande vonden.’ Echter kunnen deze landen niet schuiven, doordat hun competitie zo enorm vol zit. In België en Portugal, die Nederland op de hielen zitten in de coëfficiëntenpolonaise, volgen ze het Nederlandse voorbeeld.
Beste zes
In 2018 werd de ambitie uitgesproken om bij de acht beste Europese landen te horen. Vanwege het succes is die uitspraak bijgesteld naar de zesde plaats, de plek waar Nederland nu dus staat. Voorlopig zit dat wel goed. En daarmee zijn de drie Champions League-tickets (twee rechtstreeks naar groepsfase, een voorronde) voor het seizoen 2026/2027 al bijna binnen. Mede dus door een besluit in 2018.
