Eigenlijk wisten we het al van tevoren: na de overwinning op Milan zou geen overwinning tegen NAC volgen. En dat gebeurde ook. Feyenoord is inmiddels net zo voorspelbaar geworden als het eigen spel. Nu Brian Priske vertrokken is, kunnen we de balans opmaken.
Zelden leidde het vertrek van een trainer tot zoveel gemengde reacties als bij het vertrek van de Deen. Velen waren opgelucht dat hij vertrok, omdat Priske niet de trainer leek te zijn die Feyenoord verder zou helpen. Tegelijkertijd werd terecht gewezen op de moeilijke omstandigheden waaronder hij werkte, met ongelofelijke blessures en de successen in Europa. Gelukkig is voetbal vaak niet zo zwart-wit.
Laten we beginnen bij het begin: Priske was waarschijnlijk geen slechte trainer. Maar vanaf de start was duidelijk dat er sprake was van een mismatch. Niet alleen zijn trainingsmethode verschilde van die van zijn voorganger, ook zijn spelopvatting, met meer vrijheid voor individuele spelers, en zelfs de formatie veranderden, naar 3-4-3.
Dat Priske begon op dezelfde wijze die hem in Tsjechië zoveel succes had gebracht, is natuurlijk niet vreemd. De vraag is vooral waarom Feyenoord dit niet had voorzien. Hoogstwaarschijnlijk is de andere stijl van Priske dan ook wel opgemerkt door mensen die naar hem zijn gaan kijken, maar zijn de waarschuwingen terzijde geschoven door Dennis te Kloese, die nu eenmaal zijn voorkeur had.
En zo begon Priske aan een ogenschijnlijk heilloze missie, waar hij moest vechten tegen een schaduw die hij onmogelijk kon verslaan. Alles wat hij anders deed dan Slot, werd met argusogen naar gekeken. Ook dit had Te Kloese kunnen zien aankomen. Hij had moeten kiezen voor een trainer die in zijn opvattingen veel meer overeenkomsten deelt met Slot. Je verandert geen recept dat smaakt.
Niet voor niets richt veel boosheid over het teleurstellende seizoen zich nu niet alleen tot Priske, maar ook - of vooral - tot Te Kloese. Niet alleen koos hij voor een trainer die niet zichzelf kon zijn, hij zadelde hem ook op met een selectie die aantoonbaar minder is dan die van vorig seizoen. Inmiddels is de kritiek zo alomvattend, dat je bijna zou vergeten dat Priske het er toch ook zelf naar gemaakt heeft.
Ja, ook hier zijn inmiddels genoeg redenen opgeschreven om aan te nemen dat het ontslag van Priske oneerlijk is. Maar we moeten met z'n allen niet vergeten dat werken bij een topclub vrijwel altijd oneerlijk en in ieder geval altijd moeilijk is. Iedere trainer die Feyenoord deze eeuw heeft gehad, zag zijn beste spelers vertrekken. De erfenis van Slot is zwaar, maar het is ook terecht om te vragen waarom Priske zo weinig gebruik heeft gemaakt van het werk van zijn voorganger.
Johan Cruijff zei ooit dat een goede voetballer zich moet kunnen aanpassen aan het land waarin hij speelt. Voor trainers geldt iets soortgelijks. Priske wist bij welke club hij kwam en had zich daarop moeten voorbereiden. Daar bleek hij niet toe in staat. Het gevolg is dat Feyenoord bij zijn vertrek twaalf punten achter stond op Ajax, een elftal met minder kwaliteit. Hoe je het ook wendt of keert, zo'n vreselijke aftakeling van het elftal valt de trainer aan te rekenen.
En zo is het plots weer 2019 in De Kuip. Zelfs de naam van Henk Fraser is weer in verband gebracht met Feyenoord. De club zou met iemand in zee moeten gaan 'die de club kent', wat dat dan ook mag betekenen. Volgens luie journalisten mag het ook gaan om trainers als Danny Buijs en Mark van Bommel.
Te Kloese staat nu voor de uitdaging om de filosofie van Slot te bewaren en verder te ontwikkelen. De nieuwe trainer, ongeacht zijn achtergrond, moet Feyenoord weer op het juiste spoor krijgen. De koers is duidelijk en vastgelegd in documenten, maar de komende maanden zullen bepalen of deze plannen daadwerkelijk in de praktijk worden gebracht, of dat interne machtsstrijd en ego's opnieuw roet in het eten zullen gooien. Als dit laatste gebeurt, kan de opvolger van Priske al direct als gedoemd beschouwd worden.
Peter