Directeur Dennis te Kloese speelde hierin een cruciale rol. Met Priske koos hij voor een trainer die op vrijwel alle vlakken afweek van Slot: tactisch, in leiderschap en in trainingsmethoden. De omschakeling naar een 3-4-3-systeem bleek onsuccesvol en werd al na enkele weken verlaten. Ondertussen leidde Priske’s afwijkende trainingsaanpak tot een waslijst aan blessures en was zijn leiderschapsstijl te weinig dwingend voor de spelersgroep.
Feyenoord kende enkele hoogtepunten in de Champions League, maar in de Eredivisie raakte de titelrace snel buiten bereik. Ondanks pogingen van Te Kloese om Priske te steunen, bleek de chemie binnen de club volledig verdwenen. Het ontslag van de Deen werd uiteindelijk onvermijdelijk.
De mislukte aanstelling legt een fundamentele vraag bloot, aldus Mossou: had Feyenoord moeten voortbouwen op de succesvolle Slot-periode, in plaats van die erfenis zo radicaal los te laten? De verantwoordelijkheid daarvoor ligt niet alleen bij Priske, maar zeker ook bij de clubleiding, zo stelt Mossou samenvattend.