Feyenoord heeft dit seizoen indruk gemaakt in de Champions League. Met een wedstrijd te gaan in de groepsfase, is de club al zeker van een plek in de volgende ronde. De overwinning op Bayern München was een hoogtepunt, waarbij de ploeg excelleerde in efficiëntie en spelvreugde. Dit succes op het Europese toneel staat in schril contrast met de prestaties in de nationale competitie, waar Feyenoord punten heeft laten liggen tegen promovendi FC Groningen en Willem II.
Ouderwets onrustig
De interne spanningen binnen Feyenoord die nu doorsijpelen lijken een rol te spelen in de wisselvallige prestaties. Het gerucht dat Brian Priske het vertrek van assistent-trainer John de Wolf zou hebben geëist, heeft de onrust binnen de club verder aangewakkerd. Het vertrek van De Wolf, een cultuurbewaker en icoon van de club, is voor Dennis te Kloese terecht onbespreekbaar. Toch stroomt de interne spanning steeds meer met bakken naar buiten, en opvallend genoeg zijn het Deense media die als eerste roepen over een mogelijk vertrek van Priske. Dat de Deense media als eerste bericht over de toekomst van een trainer bij een Nederlandse club, roept vragen op over de interne verhoudingen, onderling vertrouwen en de stabiliteit binnen de club.
Priskes paradox
Priske werd binnengehaald als een trainer die aanvallend, dwingend voetbal kan spelen. Maar juist in wedstrijden waar Feyenoord de tegenstander onder druk moet zetten, laat de ploeg het afweten. Het contrast is schrijnend: tegen teams als Willem II en FC Utrecht ontbreekt compleet de overtuiging, terwijl Feyenoord in Europa op de counter presteert, maar ook Benfica voetballend over de knie legt. Het lijkt erop dat Priske beter uit de voeten kan in individuele wedstrijden waar hij mag reageren op de tegenstander, in plaats van als favoriet het spel te moeten maken. Maar in Nederland wordt nu eenmaal verwacht dat Feyenoord domineert – zeker tegen ploegen uit het rechterrijtje.
Blessures en beperkingen
De blessuregolf die Feyenoord teistert, speelt zeker een grote rol in hun wisselvallige prestaties. Spelers zoals Santiago Gimenez, Quilindschy Hartman, Jordan Lotomba en Calvin Stengs zijn langdurig uitgeschakeld of geweest, wat de stabiliteit van het team niet ten goede komt. Het gebrek aan clean sheets (slechts vier dit seizoen) onderstreept de defensieve kwetsbaarheid van het team. Daarnaast is de selectie aantoonbaar minder sterk dan vorig jaar, zelfs zonder alle blessures. Spelers als Nadje, Osman en Carranza kunnen het niveau van hun voorgangers niet evenaren. Het elftal mist niet alleen kwaliteit, maar ook automatismen.
En toch is het te vroeg om dit seizoen af te schrijven. Ook PSV is niet ongenaakbaar en Ajax en FC Utrecht gaan ook nog met tegenslagen te maken krijgen. Versterking(en) in de winterstop en een fitte selectie kunnen een wereld van verschil zijn. Maar één ding is zeker: Priske zal op wedstrijdbasis moeten bewijzen dat hij de juiste man is om de ploeg te laten floreren in beide competities. Dat kan bijna geen gezonde werkomgeving zijn.
Voor Priske is het elke week dansen op een vulkaan. De druk om te presteren is enorm, en elke wedstrijd is een nieuw examen waarbij hij door alle blessures een groot deel van de antwoorden niet heeft. Het constante wisselen van tactiek en opstelling helpt ook niet. Het lijkt alsof Priske nog steeds zoekt naar de juiste balans – en daarmee naar zijn eigen identiteit als trainer van Feyenoord. En hoe mooi de Champions League-droom ook is, als je in eigen land struikelt over Willem II, dan weet je: het chagrijn ligt altijd op de loer in Rotterdam.
Raymond