Beelen: 'Ik moest wel even de gym in'
In ‘de klank van’, Feyenoords eigen podcast komt Thomas Beelen aan het woord. Beelen wordt geïnterviewd door Sascha Visser en Kaj Ramsteijn en deze aflevering is te vinden op Feyenoord ONE, later zal de podcast ook op Spotify te vinden zijn. Van jeugd tot huidige positie, alles komt voorbij.
De Harderwijker is nuchter en sympathiek, hij vertelt eerlijk over hoe hij de afgelopen twee jaar beleefd heeft. Beelen was niet altijd verdediger: ‘Elk kind begint als aanvaller natuurlijk, eigenlijk ben ik heel mijn leven middenvelder geweest tot ik bij PEC in het eerste ging spelen.’ Toch zag de lange speler wel al vroeg dat hij bovengemiddeld kon voetballen: ‘Je werd vrij vroeg gescout, dus dan heb je wel door dat je beter kon voetballen dan andere jongens.’ Beelen heeft een fijne jeugd gehad, waarbij hij veel buiten mocht spelen. Zijn hele familie voetbalde, inclusief zijn vader, maar die mocht en mag zijn zoon niks wijsmaken: ‘Die gaat mij echt niet vertellen hoe ik moet voetballen.’
Beelen was twintig jaar oud toen hij debuteerde bij PEC. Hij zegt daar zelf over: ‘Ik kwam heel snel, maar daarvoor was het helemaal niks.’ Beelen heeft altijd vertrouwen gehad, maar het liep niet zo soepel als hij zou willen. Trainer Dick Schreuder heeft samen met Johan Plat gezorgd voor de echte ontwikkeling bij Beelen. Toen het eerst belletje van Feyenoord kwam, was Beelen bijzonder blij: ‘Als Feyenoord komt, die waren kampioen, dat was wel heel bijzonder.’ Het gesprek bij Feyenoord trok Beelen over de streep: ‘Ze kende me heel erg goed en wilde me graag hebben, ik had daar wel een goed gevoel bij.’
De eerste weken waren pittig: ‘Ik kwam van de KKD en je gaat naar de nummer één van Nederland.’ Alles was voor Beelen een stapje hoger: ‘Als je een positiespelletje doet, alles gaat sneller en met een hoger tempo. En mensen maken ook minder fouten, niemand verliest een bal.’ Beelen heeft altijd het gevoel gehad dat hij het aan zou kunnen. ‘Ik moest wel even de gym in’, zegt de centrale verdediger met een lach.
In de tweede seizoenshelft stond Beelen er, toen Gernot Trauner geblesseerd raakte. Zijn duels met Romelu Lukaku zijn al vaker de revue gepasseerd, duels waarin hij zich goed staande hield. ‘Het was voor het eerst dat ik tegen zo’n grote naam speelde, iemand waarmee ik nog op Fifa speelde.’ Beelen weet nog wat hij dacht: ‘Die is wel groot.’
Beelen is er nog niet: ‘Ik denk dat ik in het verdedigen voor de goal beter kan worden, of het stukje één op één.’ Hij vindt dat hij daarin nog stappen kan maken. Daarnaast is hij bezig om de focus vast te houden, zeker richting het einde van de wedstrijd: ‘Ik zeg dan tegen mezelf dat ik me slecht ga voelen als er nu nog gescoord wordt.’ De verdediger legt uit dat Feyenoord ook professionals laat komen, bijvoorbeeld een ademhalings-coach, om dat ook te ontwikkelen bij de spelers.
Beelen kijkt ook beelden terug, zeker als hij een fout maakt: ‘Daar kan ik dagenlang aan denken.’ Toch is de verdediger overtuigd van zichzelf ‘Als ik ergens kom, ben ik er wel van overtuigd dat ik het zou kunnen.’ Zo wordt er ook over het Nederlands Elftal gesproken aan tafel: ‘Ik zou wel het Nederlands Elftal bereiken, dat zou ik wel heel mooi vinden.’ Reageren