Recent verlengde Feyenoord het contract van doelman Timon Wellenreuther. De Duitse keeper die wegens blessureleed van Justin Bijlow de afgelopen twee seizoenen vaak mocht keepen staat tot en met medio 2027 onder contract. In gesprek met Voetbalzone gaat hij in op de contractverlenging en over de wedstrijd van Feyenoord tegen KRC Genk.
“Het was een goede test”, vertelt Wellenreuther over de wedstrijd. “De tegenstander was goed en ze vochten veel. Ze maakten ook veel tackles, maar daar moeten we mee kunnen omgaan. Het was belangrijk dat we met 3-1 wonnen en hebben er een goed gevoel aan overgehouden.” De Belgische ploeg wist een aantal keren felle tackles uit te delen aan Feyenoorders. Ook Wellenreuther vond het te veel van het goede worden. “In het begin is het oké, maar na de vierde of vijfde harde tackle zeg je wel: what the f*ck? Het is een oefenwedstrijd. Natuurlijk wil je die winnen, maar niet op deze manier.”
Eerste doelman
Wellenreuther heeft het nooit onder stoelen of banken geschoven dat hij graag eerste doelman wil zijn. Echter zijn daar geen beloftes over gemaakt met Feyenoord. “. In voetbal zijn er nooit garanties”, begint de Duitser. “Ik moet er hard voor werken. Natuurlijk wil ik eerste keeper zijn, maar er zijn natuurlijk geen garanties bij een topclub. Er is altijd concurrentie. Ik wil ervoor vechten om in de goal staan.”
Nieuwe trainer en doelen
De samenwerking met nieuwe hoofdtrainer Priske bevalt Wellenreuther vooralsnog positief. “Het is een hele positieve en aardig man”, aldus Wellenreuther. “Hij vindt het leuk om hard te werken. We hebben natuurlijk een nieuw systeem nu waar we onszelf aan moeten afstemmen. Veel jongens hebben nooit eerder met drie verdedigers gespeeld. Het is een proces en we hebben een aantal weken daarvoor nodig, maar het gaat al best goed.” Voor Wellenreuthet verandert er niet veel qua zijn rol onder Priske in vergelijking met Arne Slot. “Aan de bal heb ik wat andere taken nu, maar dat vind ik niet erg.”
Volgens de doelman wil Feyenoord ook komend seizoen weer voor de prijzen spelen. “We willen het de tegenstanders zo moeilijk mogelijk maken om ons te verslaan”, vertelt hij. “We zullen voor de prijzen vechten en elke wedstrijd honderd procent geven. Aan het einde zullen we zien hoeveel het waard was.”