Column

COLUMN | Het werk van Arne Slot heeft niets aan 'bedankt'

Het is een avond in maart vorig jaar. Via Igor Paixão valt de bal voor de voeten van spits Danilo, die geen moment twijfelt en schiet. Even nadat Feyenoordsupporters hun sjaal in de lucht staken en zich massaal afvroegen 'wat gaan we doen vandaag?', komt Feyenoord op een 7-0 voorsprong tegen Shakhtar Donetsk.

De wedstrijd in de achtste finale van de Europa League eindigt uiteindelijk in 7-1. Voor Feyenoord is het de grootste Europese overwinning ooit. In de catacombe van De Kuip is na het laatste fluitsignaal geen overdreven jubelstemming. De spelers lopen ontspannen van het veld af naar de kleedkamer, terwijl iets verderop Arne Slot de toegesnelde pers te woord staat.

Zoals altijd, oogt Slot bedaard. Alsof hij voor zijn trainersloopbaan jarenlang woordvoerder was op het ministerie van Algemene Zaken, legt hij uit waarom Feyenoord de wil kon opleggen aan de tegenstander. Daarna bedankt hij de journalisten. Ware het hij net heeft afgerekend bij de Albert Heijn, kijkt hij even om zich heen, buigt zijn hoofd en loopt weg.

Zondag kondigde Slot aan wat wij al even wisten: volgend seizoen wordt hij de trainer van Liverpool. Een paar uur later stond daar, op Anfield, de huidige trainer van die club Jürgen Klopp met een microfoon op de middenstip. Hij verraste daar iedereen door plots op de melodie van een onbedoeld voetbalnummer, live is life, "Ar-ne Slot" in te zetten.

Hij stemde jaloers. Ze weten nog niet wat ze in handen hebben en huilden om het vetrek van hun eigen trainer. Wij zongen Slot nog een keer toe, zoals dat zo vaak was gebeurd. Slot heeft niet alleen Feyenoord gereanimeerd, maar ook zijn supporters. Er ontstonden nieuwe liedjes die alleen ontstaan tijdens een succesvolle Europese campagne, als supporters op een terras in een onbeduidende stad urenlang op elkaar zijn aangewezen. Of als ze aan een kampioenschap mogen ruiken, of de aartsrivaal met 6-0 verslagen wordt.

In Nederland is een populaire opvatting (en misvatting) dat een trainer zo goed is als zijn materiaal. Slot heeft bewezen dat als een trainer zich niet verschuilt achter clichés, maar altijd meer wil, altijd op zoek is naar beter, zijn invloed enorm kan zijn. De grootste verdienste van de geboren Bergentheimer is dat hij gebroken heeft met het dogma dat Feyenoord houdt van vechtvoetbal en 'lekker hard werken', zoals alle lopende oneliners je zelfs nu nog doen willen geloven.

Omdat hij zag hoe groot Feyenoord echt is en waar de lat hoort te liggen, wist hij dat dat te simpel gedacht was. Slot verzette de bakens en groeide langzaam naar een eenzaam niveau. Na de laatste persconferentie kreeg Telegraafjournalist Valentijn Driessen een knuffel.

Andere journalisten vrezen dat er geen leven is na Slot. De waarheid is dat het fundament mede dankzij hem is gelegd, maar niet alleen dankzij Slot. Voor Dennis ten Kloese komt nu de grootste uitdaging in zijn tijd in het Maasgebouw: een geschikte opvolger vinden.

Daarin hij moet een voorbeeld nemen aan Liverpool: de nieuwe trainer moet zich committeren aan de lijn die door zijn voorganger is ingezet. We kunnen Slot dankbaar zijn, veel belangrijker is dat wij zijn werk niet laten versloffen. Dat kan maar op één manier: alle dogma's die Slot zo daadkrachtig in de prullenbak heeft gesmeten, moeten daar blijven liggen. Iedereen die ook maar durft te suggereren dat Feyenoord 'werkvoetbal' hoort te belichamen, moet bij de poorten worden tegengehouden.

De komende maanden zullen we zien of de ogen van de club echt geopend zijn, of dat Slot slecht een zalig hoofdstuk bleek. 

Peter Reageren

Lees ook

Meer nieuwsberichten