Bij Rondo, een programma van Ziggo Sport, wordt oud-Feyenoorder Dirk Kuyt gebeld. Presentator Wytse van der Goot spreekt met de kersverse kampioen van België. Naast van der Goot zijn ook Marco van Basten, Youri Mulder, Khalid Boulahrouz en Ronald de Boer aanwezig in de studio.
Kuyt werd afgelopen weekend kampioen op het tweede niveau van België. Hiermee haalde de Katwijker zijn eerste prijs als trainer binnen, na een mindere periode in Nederland gehad te hebben.
Van der Goot spreekt met Kuyt. Kuyt legt uit: ‘De doelstelling van de club was om te promoveren, maar er waren nog vijf/ zes clubs die meedraaiden om te promoveren.’ Kuyt heeft een goede periode gehad: ‘Een prachtige prestatie voor de club, echt een volksclub die al veel heeft meegemaakt.’ De oud-Feyenoorder ziet dat de jongens hard gewerkt hebben en boven zichzelf zijn uitgestegen.
‘Dit is voor mij natuurlijk een enorme opsteker’, legt Kuyt uit. ‘Trainer is een ervaringsvak, je zal altijd moeten blijven leren. Zeker ook van de negatieve dingen. Ondanks dat ADO een negatieve ervaring was, neem je dingen mee.’ Youri Mulder grapte eerder al dat elke trainer een slechte periode moet hebben om een goede trainer te kunnen worden. ‘Het heeft me zeker geholpen. Een van de valkuilen is dat ik me overal tegen wil bemoeien en iedereen wil helpen.’ Kuyt vertelt dat er veel zaken in ontwikkeling zaten en hij teveel hooi op zijn vork genomen heeft. Daar heeft hij van geleerd.
Het Feyenoord-icoon krijgt de vraag of hij ‘mee promoveert’ met Beerschot. ‘Dat is wel de doelstelling. Ik heb het super naar mijn zin en zou heel graag willen blijven. Maar als trainer ben je geen tovenaar en ben je afhankelijk van de mensen om je heen.’ Kuyt wil graag positief blijven en het gevoel is goed. 'Beerschot is de eerste club waarmee ik in gesprek ben.'
De trainer heeft zich in de Nederlandse media negatief benaderd gevoeld. ‘Er zijn gewoon mensen in Nederland, die vinden het fijn om mensen met de grond gelijk te maken.’ In België is dat anders: ‘Het is zeker wel kritisch, maar wel meer voetbalinhoudelijk. Wel zoals het, denk ik, zou moeten.’