Feyenoord's eerste wedstrijd na de winterstop tegen NEC eindigde in een teleurstellend 2-2 gelijkspel. Na 17 speelronden staat Feyenoord nu twaalf punten achter op koploper PSV, een kloof die volgens hoofdcoach Arne Slot het kampioenschap dit seizoen onwaarschijnlijk maakt.
Valentijn Driessen van De Telegraaf benadrukt in de Kick-off Podcast de moeilijkheden van Feyenoord door het missen van sleutelspelers zoals Ueda en Jahanbakhsh vanwege de Azië Cup, en Zerrouki en Minteh door de Afrika Cup. Driessen merkt op: "Feyenoord mist nu de meeste spelers. Die had je nu nodig want dan moet je met Dilrosun beginnen die de hele eerste seizoenshelft amper gespeeld heeft. Manchester City koopt tegenwoordig daar gewoon op in en zorgt dat ze niet zoveel sleutelspelers kwijt zijn."
Mike Verweij voegt eraan toe dat Twente dichter bij Feyenoord komt, terwijl Driessen vermeldt dat Twente binnenkort minder wedstrijden te spelen heeft. "Die hebben binnenkort alleen nog maar de competitie want ze worden uitgeschakeld in de beker. Dus die hebben amper nog een programma."
Het feit dat Feyenoord een 2-0 voorsprong verspeelde, verraste Verweij: "Normaal gesproken is het met 2-0 wel klaar." De reactie van Slot na de wedstrijd, waarin hij aangaf niet meer naar PSV te kijken, werd ook besproken. Driessen vond dit een logische reactie gezien de achterstand en het verschil in spel tussen Feyenoord en PSV. "Dat is een wereld van verschil," zei hij.
Verweij betwistte echter Slots houding: "Je gaat toch niet in speelronde 17 met de witte vlag zwaaien?” Driessen blijft bij zijn standpunt: “Je maakt jezelf anders toch volstrekt belachelijk als je zegt nu nog voor het kampioenschap te gaan, bij je selectie." Driessen zag dat Slot geïrriteerd was na de wedstrijd: “Vlak voor de winterstop was ik bij een persconferentie waarin hij het uitgebreid had over verdedigen in een standaardsituatie en in de eerste de beste wedstrijd na de winterstop krijg je een goal tegen uit een vrije trap dan zakt de moed wel in je schoenen, natuurlijk. Ik begreep die irritatie wel.”