Feyenoord laat niets aan het toeval over in hun streven naar professioneel voetbal op het hoogste niveau. Dit commitment geldt niet alleen voor spelers op het veld, maar strekt zich uit tot iedereen binnen de club. De onlangs uitgereikte Gouden Mossel aan de technische staf van Feyenoord, waaronder Arne Slot, John de Wolf, Sipke Hulshoff en voormalig teamlid Marino Pusic, is een getuigenis van hun gezamenlijke inspanningen en de positieve impact die zij op Rotterdam hebben.
Zoals Mikos Gouka in het Algemeen Dagblad benadrukt, heeft Feyenoord een cultuur ontwikkeld waarin iedereen betrokken is bij het continu verbeteren en professionaliseren van de club. De technische staf en medewerkers, tot aan de clubfotograaf toe, werken samen om elke kans op verbetering te benutten, zelfs als dit inhoudt dat men persoonlijke offers moet brengen.
Sipke Hulshoff, geciteerd in het artikel, benadrukt het belang van teamwerk en de bijdrage van iedereen bij de club: "We worden bij deze club allemaal in onze kracht gezet." Dit werd onderstreept door Hulshoff's opmerking over het belang van ieders rol binnen de club.
De focus ligt nu op de hervatting van de competitie tegen NEC, waarbij Feyenoord zich bewust is van de mogelijke komst van Bryan Gil van Tottenham Hotspur op huurbasis. Hoewel de kans op het slagen van deze transfer als 'zeer gering' wordt beschouwd, blijft het teamgerichte uitgangspunt van Feyenoord onveranderd.
Slot's luchtige opmerking over het mogelijke contact met José Mourinho en De Wolf's uitspraak "Een prijs is een prijs" weerspiegelen de positieve sfeer en de gezamenlijke drive binnen de club. Dit alles maakt Feyenoord tot een unieke 'sekte', maar dan in de meest positieve betekenis van het woord, zoals Gouka stelt. Een sekte die niet alleen erkenning en waardering geniet, maar ook successen boekt.