Nee, dat Feyenoord vorig seizoen kampioen werd betekent niet dat de club nu maar eens lekker achterover kan leunen. Sterker nog: alles wat erop wijst dat dat aan de hand zou zijn, moet kritisch bekeken worden. Wil Feyenoord de naam topclub waard zijn, moet het eens afgelopen zijn met de tevredenheid na zeldzaam succes. Maar ondanks dat Feyenoord op dit moment ver verwijderd is van titelprolongatie, kunnen supporters opgelucht ademhalen: Arne Slot & co hebben de lat helemaal niet naar beneden bijgesteld.
De paniekreflex die afgelopen weken de kop op stak na een horrorweek waarin in eigen huis werd verloren van Atlético Madrid en PSV, is enigszins begrijpelijk. Na het kampioenschap in 2017 – de eerste titel in twintig jaar tijd – dacht iedereen dat het lek bij die slapende reus uit Rotterdam boven was. Niets was minder waar. Na 2017 volgden de bekende magere jaren, die ophielden toen Slot de deur van de Kuip binnenwandelde.
Sinds Slot en gelijkgestemden de dienst uitmaken binnen Feyenoord, schijnt de zon in Rotterdam feller dan eerder deze eeuw. Niet alleen werd Feyenoord vorig seizoen opnieuw kampioen, het voetbal nam grote stappen voorwaarts, de waarde van de selectie steeg naar recordhoogte en als kers op de taart werd Ajax - tot voorkort de dominante partij in Nederland - dit seizoen kinderlijk eenvoudig verslagen, nota bene in Amsterdam.
Nu beginnen langzaam scheurtjes te ontstaan in het idee dat Slot de Messias is. Oké, toegegeven: een Messias is hij misschien niet, maar een verdomd goede voetbaltrainer toch zeker wel. Eén die een ongekende invloed heeft uitgeoefend op de cultuur binnen Feyenoord bovendien. Het frame dat Feyenoordsupporters vooral houden van werkpaarden, ligt eindelijk in de clichéprullenbak. Alleen daarom verdient hij eeuwige roem.
Toch buitelden tal van prominente Feyenoordvolgers, X’ers en journalisten over elkaar heen met door emotie gestuurde kritiek. Sommige deden – soms op gedragen toon - vermoeden dat Slot de grip op zaken aan het verliezen was. Ook het aankoopbeleid van Dennis Ten Kloese, dat in de zomer nog alom werd geprezen, bleef niet buiten schot. Ook gehoord: ik begin te denken dat Marino Pusic het brein was achter het succes.
Mag Slot dan niets verweten worden? Natuurlijk wel. Tegen Atlético speelde Feyenoord misschien wel naïef. Waarom zijn we in zoveel wedstrijden vleugellam? En waarom bleef PSV in de Kuip zo eenvoudig overeind? Ook is het niet een geheel onterechte vraag waarom Ayase Ueda en Ramiz Zerrouki, de duurste aankopen van afgelopen zomer, wisselspelers zijn. Maar dat dit ook als een positief gegeven kan worden uitgelegd, wordt steevast vergeten.
Zelden gaat een stijgende lijn recht naar boven. Bovendien: de feiten spreken nog altijd in het voordeel van Slot en zijn metgezellen. Niet alleen scoorde Feyenoord meer doelpunten dan in de afgelopen vijftig jaar; dit seizoen werden er meer punten verzameld dan het kampioenselftal van vorig jaar in de winterstop had.
De enige juiste conclusie is dat Slot voor even slachtoffer werd van zijn eigen succes en in zekere mate van het succes van PSV, een club met nog altijd meer financiële middelen. De waarheid is: als Feyenoord op deze voet doorgaat, wordt een kampioenschap een vervolg gegeven met een probleemloze tweede plek, wat opnieuw deelname aan de Champions League betekent. Een prestatie van formaat in deze fase.
Wie kan zich de laatste keer herinneren dat Feyenoord twee jaar op rij actief was in het miljoenenbal? De kassa rinkelt, nieuwe recordtransfers zijn in aantocht. Wie dus naar het grotere plaatje kijkt, mag zich nog altijd in zijn handjes knijpen met Slot. Gelukkig bleken de zaagjes te kort voor zijn grote stoelpoten.
Peter