Justin Bijlow is terug bij Feyenoord en stond vanavond voor het eerst in zijn carrière onder de lat bij zijn club voor een Champions Leaguewedstrijd. In de eerste helft speelde Feyenoord zo goed dat de doelman eigenlijk niets te doen heeft gehad. Na de wedstrijd laat hij in een interview bij Ziggo Sport blijken hoe het voor hem was en wat hij vindt van Santiago Gimenez.
Heeft Bijlow genoten van de avond? “Ja zeker. Ik denk dat de ambiance in het stadion geweldig was. Komt mede door ons, omdat we goede energie en goed voetbal hebben laten zien”, aldus Bijlow.
Hoe voelt het om als kind van de club zijn debuut te maken in de Champions League? “Ik denk dat dat nu pas binnenkomt. Voor de wedstrijd probeer je je daarvoor af te sluiten. Het is natuurlijk prachtig dat je in de Champions League te mogen voetballen en ik blij dat ik vandaag mijn debuut heb mogen maken.”
In de eerste helft heeft Feyenoord vrijwel niets weggegeven en was het spel fantastisch. Heeft Bijlow zich verveeld in de goal? “Nee hoor, nee, nee, nee. In de Champions League moet je altijd scherp zijn tegen een ploeg als Lazio. Saai was het zeker niet. Natuurlijk is het genieten, maar je bent gewoon gefocust. Je denkt niet van oh wat spelen we prachtig. Ik denk dat we met de juiste intensiteit gespeeld hebben en goed voetbal hebben laten zien.”
Santiago Gimenez is onderhand echt een fenomeen aan het worden. Hoe verglijkt Bijlow hem met bijvoorbeeld andere spitsen? “Bij mij scoort hij nooit”, aldus een lachende Bijlow. “Het is natuurlijk een fantastische spits en hij heeft geweldige loopacties en dat bewijst hij keer op keer. Ik hoop dat hij dit doorpakt tot het einde van het seizoen.” Ziet hij verschil met andere spelers wat betreft de manier van afwerken? “Ja, je ziet dat hij andere kwaliteiten heeft dan anderen, maar ik moet zeggen dat Ayase ook aardig kan afwerken dus ik denk dat we twee goede spitsen hebben.”
Na de wedstrijd tegen Lazio staat Feyenoord op zes punten in de Champions League. Bijlow krijgt de vraag waar dit gaat eindigen? “Ik hoop op overwintering, maar dan moeten we het keer op keer laten zien.”