COLUMN | Tussenjaar

Kein geloel, fussball spielen. Het onnavolgbare spelinzicht van meesterbrein Wim Jansen. Het catenaccio achtige voetbal van Van Marwijk en nu Arne Slot. De professor. Slot heeft alles in zich om een iconische trainer in Rotterdam te gaan worden. Onze trainer lijkt voetbal te begrijpen op een niveau waarop hij zijn groep precies kan uitleggen wat hij wil zien. Slot was bij NOS Studio Sport op geen enkel foutje te betrappen. En de tafelgasten maakten het hem niet makkelijk. Dat men Rafael van der Vaart serieus neemt is misschien wel het grootste mysterie van de Nederlandse televisie. De man die frikandellen belangrijker vond dan een fatsoenlijke afsluiting van zijn carrière en de minachting richting alles wat geen Ajax-gerelateerde achtergrond heeft. Stuitend. Affelay gebruikt Studio Sport uitsluitend voor het uitvechten van persoonlijke akkefietjes, zoals met Van Bommel. Gecompleteerd met Arno Vermeulen, ‘De witte Chinees’ I rest my case. Zelfs na een analyse van Slot komen ze met loze kreten als: ‘Die komt wel in momenten’, of ‘die kunnen er niet zo veel van.’ Als het gaat over Denemarken, een halve finalist van het Europees Kampioenschap. Slot werd voor de zoveelste keer maar weer eens richting de hoofdstad gepraat. Affelay die zegt na een ontkennend antwoord van Slot, ‘Dat moet je na de uitzending maar vragen’. Alsof Slot dan wel zou zeggen dat Ajax zijn droomclub zou zijn. De vanzelfsprekendheid haast waarmee er wordt gesproken dat Slot na een jaar naar Ajax zou vertrekken. Om braakneigingen van te krijgen. De trainer is nota bene net begonnen en moet nu al tot in den treuren mensen blijven herinneren dat hij niet in gesprek gaat met andere clubs zolang hij geen aflopend contract heeft. En nog vragen Ajacieden zich af waarom mensen in Nederland een hekel hebben aan die zelfbenoemde godsgeschenken. Maar laten we het vooral als compliment beschouwen dat wij blijkbaar de beste trainer van de Eredivisie hebben. De man die Ajax in de eigen ArenA dwong tot Getafe-gedrag heeft namelijk al bergen werk verzet en is nog lang niet klaar. Je zou kunnen spreken van een tussenjaar, minus de cynische lading die dit normaal heeft bij Feyenoord. Met zo’n interlandweekend kun je zeven wedstrijden voor het einde mooi de balans op maken. Velen verklaarden mij nog voor gek toen ik na de winterstop sprak over een top prestatie bij een derde plaats. Inmiddels is Twente tot op één punt genaderd en plaats twee tien punten uit zicht. We kunnen heel goed voetballen, maar voor het killen ontbreekt kwaliteit. Kenmerkend voor een ploeg in opbouw. Want veel mensen schijnen nog wel te vergeten dat wij een ploeg in opbouw zijn. Met geregeld op zes of meer posities andere spelers dan in voorgaand seizoen. Plus een spelopvatting die 180 graden anders is dan in de recente geschiedenis, staan we derde én tellen we Europees weer mee. In dat licht kun je dit tussenjaar alleen maar indrukwekkend noemen. Helemaal als je ziet dat er nog ruimte voor verbetering is. Deze reus is eindelijk aan het ontwaken. [i]Raymond[/i]
Reageren

Lees ook

Meer nieuwsberichten