COLUMN | Op de blaren van dit seizoen lopen we nog even verder
De wedstrijd tegen RKC was voor Feyenoord slechts het voorproefje van een onsmakelijk toetje: de play-offs voor Europees voetbal. ‘We’ zijn dus nog niet helemaal klaar, maar na 34 wedstrijden achter de boeg mag het vizier voorzichtig op volgend seizoen.
De overwinning zondag in de Kuip deed weinig denken aan de 33 wedstrijden ervoor. Wie met één wedstrijd de malaise van een heel jaar wil samenvatten, werd een week eerder in Almelo op zijn wenken bediend. Tegen RKC speelde Feyenoord niet groots, maar de bezoekers uit Waalwijk boden vooral in de tweede helft weinig tegenstand. Het leidde ertoe dat Orkun Kökçü zich bij vlagen weer eens van zijn goede kant liet zien én we kennis konden maken met de kwaliteiten van Achraf El Bouchataoui.
De 21-jarige middenvelder trakteerde ons op het idee dat er een alternatief is voor Leroy Fer. Waar laatstgenoemde het van zijn fysieke kracht moet hebben en steeds minder van zijn kwaliteiten aan de bal, liet Bouchataoui zien dat de traditionele spelmaker nog niet is uitgestorven in Rotterdam-Zuid. Bouchataoui gaf de bal negen van de tien keer aan een medespeler. Voor Fer – die in een ideale wereld deze zomer wordt bedankt voor bewezen diensten – vaak een enorme uitdaging. Maar één zwaluw maakt geen zomer: Bouchataoui moet het onder Slot eerst laten zien tegen tegenstanders van een ander formaat.
De naam is gevallen. Arne Slot neemt Feyenoord volgend seizoen onder zijn hoede. De voormalig AZ-trainer mag van geluk spreken dat hij geen haren op zijn hoofd meer heeft, gezien die er anders van de stress inmiddels spontaan zouden zijn uitgevallen. Wat hij dit jaar zag, zal niet hoopvol stemmen. Slot weet dat hem een enorme taak wacht.
Hier en daar valt bij supporters het woord ‘tussenjaar’. ‘Geef de jeugd de kans, dan komt alles goed’, luidt het devies. En hoewel je het met jeugdspelers sowieso niet redt, is de waarheid dat de achterban van Feyenoord in het hart helemaal niet zit te wachten op een tussenjaar, nu er de laatste maanden al zo weinig viel te juichen. Wanneer de Kuip eindelijk weer volstroomt, telt er één ding: overwinningen. Het Legioen is wat dat betreft onverbiddelijk voor een trainer, zeker voor één van buitenaf.
Bij deze club zijn het hart en het verstand altijd in gevecht, maar Slot stapt in op een wel heel precair moment. Hij geen andere optie dan de grote uitdagingen aan te pakken. Het voetbal én de resultaten moeten beter, terwijl de jeugd de kans moet krijgen en Europees voetbal opnieuw de doelstelling zal zijn. Ondertussen is het nog maar zeer de vraag wie op het veld de kar moet trekken. Feyenoord moet door corona verkopen en daarom is de toekomst van Marcos Senesi, Steven Berghuis en Kökçü onzeker. De puzzel is ingewikkeld.
Het is de voor trainers vaak giftige cocktail die naar hartenlust wordt gedronken bij een grote club die maar geen topclub wil zijn. Het moet daarom tot de supporters doordringen: de enige weg naar succes, is geduld. Want hoewel er altijd hoop gloort aan de horizon bij een sleeping giant, lijkt het erop dat Feyenoord volgend seizoen verder moet lopen op de blaren van dit jaar.
De allergrootste uitdaging voor Slot is daarom om de verwachtingen te temperen en te managen. Want voordat de pleisters zijn geplakt en Feyenoord de pas weer kan versnellen, moet Slot dat tijd krijgen om de blaren door te prikken.
En ach, zolang het bier in de Kuip maar nog niet smaakt.
Peter