Geertruida geeft uitleg voor uitblijven interviews

Nooit eerder kwam Lutsharel Geertruida (20) uitgebreid aan het woord. In het nieuwste Feyenoord Magazine, dat vandaag verschijnt, komt daar verandering in. Geertruida is als voetballer en buiten het veld de verpersoonlijking van ‘geen woorden maar daden’. De 77ste minuut van de bekerwedstrijd tegen de amateurs van A.V.V. Swift breekt aan. De vierde official houdt het bord omhoog. In rood kleurt nummer 4 op, in groen nummer 41. Even daarvoor heeft Giovanni van Bronckhorst de jonge verdediger Lutsharel Geertruida bij zich geroepen. Op het scorebord staat een 3-1 stand. De hoofdtrainer vindt het een mooi moment voor het debuut van de jongeling. Van Bronckhorst geeft Lutsharel aan de rand van het veld nog wat laatste dingen mee. ‘Speel je eigen spel en geniet ervan.’ Lutsharel (spreek uit: Lutsh-árel, zoals bij de uitspraak van de naam Karel) mag Jeremiah St. Juste vervangen. Wie hem enkele jaren eerder had voorspeld dat hij zijn eerste minuten in de hoofdmacht als centrale verdediger zou maken, had hij hardop uitgelachen. Het waren namelijk niet zijn verdedigende kwaliteiten die ooit bij Earl Calor in het oog sprongen, maar vooral zijn mentaliteit en zijn neusje voor de goal. Calor is jeugdtrainer van Excelsior Onder 9 en scout van die club. Als coach ziet hij Lutsha voor het eerst. Hij is aanvaller in het team van Sparta Rotterdam Onder 9. Excelsior wint de stadsderby met 9-1 en na afloop is er één speler die de trainer van de tegenstander komt feliciteren. Met zijn hoofd omhoog en borst vooruit geeft Lutsharel een ferme handdruk. Ze maken een kort praatje. Als de jeugdtrainer daarna ook de ouders van de jonge aanvaller leert kennen, die zeer begaan zijn met hun zoon maar ook zeer bescheiden, weet Calor dat bij Lutsharel alle voorwaarden aanwezig zijn om het te gaan maken als voetballer. Calor komt Lutsharel en zijn ouders in de jaren erna regelmatig tegen op voetbalvelden door heel Nederland. Steeds maken ze een praatje en telkens voorspelt de jeugdtrainer dat Lutsharel ooit voor Feyenoord gaat spelen. Het is de club waar Calor een jaar na zijn kennismaking met Lutsharel zelf aan de slag gaat als jeugdscout. Earl Calor leert Lutsharel kennen als een jongen uit de wijk Feijenoord. Hij is de zoon van Luthson en Sharmine. Ze zijn beiden afkomstig van Curaçao, maar wonen al sinds het einde van de jaren ’80 in Rotterdam-Zuid. Op de dag dat Feyenoord zich daar na intensief scoutingswerk daadwerkelijk meldt met de mededeling dat de club Lutsharel in wil lijven, komt voor het talent een droom uit. Dirk Kuyt is zijn idool, Feyenoord zíjn club. Zijn kamer staat vol met clubartikelen en elk seizoen wordt het nieuwe tenue aangeschaft. De Kuip is voor hem letterlijk een stip aan de horizon als hij, samen met jongens die veelal ouder zijn dan hij, voetbalt op het pleintje dat zijn ouders vanuit hun keuken kunnen zien. Vanaf zijn vijfde oefent Lutsharel er samen met zijn vader en buurman ‘Nico’ op trappen met zowel rechts als links. Spelen in de tempel aan de Maas is zijn doel. ‘We gaan jou later in het eerste op Het Kasteel zien,’ houden de trainers van Sparta hem voor in de jaarlijkse gesprekken. Maar Lutsharel schudt dan telkens zijn hoofd. ‘Nee. Ik ga naar De Kuip.’ Lutsharel hoopt er als aanvaller door te breken, maar jeugdtrainer Jeffrey Oost is bij Feyenoord Academy degene die met één beslissing een cruciale rol in zijn carrière gaat spelen. Oost haalt hem door afwezigheid van een medespeler naar de verdediging. ‘Op dat moment was ik daar niet blij mee,’ vertelt Geertruida als hij terugdenkt aan die tijd. Ook zijn ouders zien dat hij het plezier in voetbal een beetje verliest. Altijd heeft hij de drang naar voren. In de jaren onder Cor Adriaanse (vanaf de Onder 17 tot en met de Onder 19) zoeken zijn ogen bij een nadelige stand die van zijn coach. ‘Mag ik mee naar voren?’ Adriaanse laat hem steeds gaan, met veel goals als gevolg, maar een week later start Lutsharel weer gewoon achterin. ‘Ik was nog erg jong en zag het anders,’ zegt Lutsharel als hij terugdenkt aan de gesprekken met Oost. ‘Maar nu moet ik hem gelijk geven.’ Luthson glimt van trots. Hij ziet zijn zoon naast de tijdelijke technisch directeur Sjaak Troost zitten. In hun rug vormen foto’s van Lutsharel in Feyenoord-tenue het decor. Op de tafel ligt een contract dat de jongste telg van zijn gezin tot medio 2022 aan de club van zijn dromen gaat binden. Luthson denkt terug aan de jaren dat hij als muziekdocent op een middelbare school vaak iets moet regelen om eerder weg te kunnen om zijn zoon naar de training van Sparta te brengen. Sharmine is boekhoudkundig medewerker en reist op haar vrije dagen met bus en metro om Lutsharel af te zetten op Terbregge als Luthson niet kan. Later reizen Luthson en Sharmine samen met dochter Luthgarmine hun zoon overal achterna. Of het nu gaat om uitwedstrijden met Sparta, Feyenoord of interlands of toernooien met Oranje: ze zijn erbij, vaak ook met hun schoonzoon en neven. Nu staat Lutsharel voor zijn doorbraak. Na zijn debuut tegen A.V.V. Swift moet hij geduldig zijn. In seizoen 2018-2019 valt hij drie keer in als stand-in van Bart Nieuwkoop, maar pas een jaar later leert het grote publiek hem kennen. Hij heeft zich opgewerkt tot tweede rechtsback achter Rick Karsdorp. Technisch directeur Martin van Geel zag in 2017 al een ‘moderne en fysiek sterke verdediger’ met ‘veel doorgroeimogelijkheden’ in Geertruida en legde hem een contract tot medio 2020 voor. Lutsharel kan op dat moment ook naar PSV, waar ze hem bij Jong PSV in de Eerste Divisie willen opleiden voor het grote werk, maar kiest voor zijn club en de grote(re) stap die hij daar moet gaan maken. Lutsharel is ambitieus, stelt hoge doelen en dat heeft een reden. ‘Als je jezelf niet dwingt om een hoog doel te bereiken, ben je sneller tevreden met minder. Ik vind dat je geen genoegen moet nemen met minder.’ Het pad dat hij wil bewandelen loopt via de Onder 19 rechtstreeks naar Feyenoord 1 en daarom zet hij zijn krabbel onder de verbintenis in De Kuip. Troost, de opvolger van Van Geel, verlengt dat contract met twee jaar. De technisch directeur sluit zijn praatje voor familie en vrienden af met een boodschap die recht uit zijn hart komt. ‘Als er iets is, trek aan de bel.’ Hij schudt de hand van Lutsharel stevig. Bijna vaderlijk voegt hij eraan toe: ‘Dan ga ik je helpen.’ Troost weet van de hulp die Lutsharel al jarenlang vanuit Feyenoord krijgt. Hij stottert. Het zit in de familie. Sharmine stottert een beetje, drie van haar vier broers ook. Lex Stofkooper, dan sociaal maatschappelijk begeleider bij Feyenoord Academy, ontfermt zich op Varkenoord over hem. Hij woont bij Lutsharel om de hoek. Samen gaan ze voor stottertherapie naar Amsterdam. Persvoorlichters Samuel Sanches en Judith Vermulst proberen Lutsharel in Rotterdam met hulp van een logopedist/stottertherapeut klaar te stomen voor interviews met vertegenwoordigers van de media. De groeispurt die hij doormaakt als voetballer is explosiever dan die op het gebied van spraak, maar dit contract is voor Lutsharel en zijn familie de bevestiging dat hij als voetballer in ieder geval op de goede weg is. Hij is blij dat hij dit moment kan delen met zijn vader, moeder, zus, overige familie en vrienden. De cirkel om hem heen noemt hij klein, maar hecht. Zijn beste drie vrienden wonen bij hem in de straat. Met zijn vader heeft hij een klassieke vader-zoon-relatie. Beiden zijn rustig, vriendelijk en open en ze maken zich niet snel druk. De band met zijn moeder is ook ijzersterk. Ze zit haar zoon regelmatig achter zijn broek. Lutsharel: ‘Ze weet na al die jaren heel veel van voetbal en is erg fanatiek. Soms stuurt mijn zus me filmpjes. Dan zie ik mijn moeder schreeuwen, springen of juichen. Ze kan echt helemaal uit haar dak gaan. Ik vind het fijn dat mijn familie en vrienden er altijd zijn. En als ze er niet zijn, mis ik ze.’ Het gezin Geertruida-Richardson poseert met het Feyenoord-shirt met ‘Geertruida’ en nummer 38 op de rug voor de camera van Feyenoord Media. Het nieuwe contract groots vieren met champagne – ‘lust ik niet’ – past niet bij de rustige jongen uit Rotterdam-Zuid. In de eerste plaats is hij God dankbaar. ‘Hij heeft me dit talent gegeven. Ik bid daarom elke dag twee keer om hem mijn dankbaarheid te tonen. Dat vind ik belangrijk.’ Voor aanvang van het seizoen 2019-2020 vraagt fotograaf Tom Bode tijdens Feyenoords mediadag aan Lutsharel om een pose aan te nemen die bij hem past. De verdediger denkt even na en legt dan zijn vinger op zijn mond. Die pose lijkt niet zomaar gekozen, al neemt ondertussen de vraag om zijn mond te openen juist toe. Persvoorlichter Samuel Sanches kreeg het eerste verzoek in mei 2019. Tijdens een door Opel georganiseerde wedstrijd van honderd kinderen tegen elf Feyenoorders maakt Lutsharel zijn allereerste goal in De Kuip. Zijn schot ketst via een van de piepjonge deelnemers in het doel. Redenen genoeg voor een journalist om hem erover te willen ondervragen. Sanches wil niet liegen en laat weten dat Lutsharel geen interviews geeft, omdat hij dit zelf nog niet ziet zitten. In de maanden na het Opel-duel herhaalt Sanches deze boodschap tegen meerdere journalisten, die de jonge verdediger daardoor ook niet voor de camera zien of spreken. Tot ook de persvoorlichter voor de start van het seizoen 2020-2021 enigszins wordt verrast door een door Lutsharel zelf gekozen ‘persmoment’. Op de dag van de thuisshirtlancering wordt de zesde Feyenoord Fanshop geopend. Earl Calor is dan niet alleen jeugdscout van Feyenoord, maar ook assistent coördinator op de afdeling merchandising, dus hij vraagt Lutsharel als ambassadeur van Feyenoord 1 naar de opening van de vestiging bij het Maasstad Ziekenhuis te komen. Hij stuurt hem een appje. ‘Is dat mogelijk, broertje?’ Lutsharel twijfelt geen moment. Calor is meer dan de man die hem op jonge leeftijd heeft voorspeld dat hij met zijn talent ooit voor Feyenoord gaat spelen en zo bevestigt waar hij zelf al van overtuigd is. Tijdens zijn jaren op Feyenoord Academy groeien ze dichter naar elkaar toe. Calor wordt iemand die Lutsharel bij zijn wedstrijden wil hebben. Ze appen en spreken vaak met elkaar. Als hij zijn ‘broer’ hiermee kan helpen, doet hij dat graag. Lutsharel stuurt de Feyenoord-BMW vanaf De Kuip naar de Maasstadweg. Hemelsbreed een paar honderd meter verderop, vlak bij trainingscomplex 1908, zag hij ooit het levenslicht. Hij is geboren in het Sint Clara Ziekenhuis, met zicht op de voetbalvelden van R.V.V. Hillesluis. Joris van Dijk (commercieel directeur Feyenoord) en Peter Langenbach (voorzitter Raad van Bestuur van het Maasstad Ziekenhuis) verzorgen deze middag de officiële opening van de Fanshop, maar de aanwezigen gapen vooral de speler aan die zich in het door het coronavirus onderbroken seizoen 2019-2020 in de basis knokte. In de ploeg die onder leiding van Dick Advocaat lang ongeslagen blijft in de Eredivisie is Lutsharel de rechtsback. Voor de Fanshop knoopt een journalist van het Algemeen Dagblad informeel een praatje aan. In het gesprek lijkt Lutsharel steeds de kortst mogelijke afslagen te nemen, waardoor hij zich er feilloos doorheen weet te werken. ‘Ik zeg je eerlijk,’ vertelt hij later. ‘Ik wist niet eens dat het een journalist was. En ik ben niet bewust bezig met korte antwoorden. Ik zeg wat ik wil. Dat gaat dus vanzelf. Weet je, ik heb dit al sinds ik vier jaar was. Er zijn een paar triggers waardoor ik ga stotteren: een camera, de druk en onbekende mensen. Ik heb het vooral wanneer de focus op mij komt te liggen. Maar bij vrienden of familie en in de kleedkamer heb ik het minder. En als ik zing heb ik er helemaal geen last van.’ Tijdens zijn stottertherapie leert hij trucjes om spreken gemakkelijker te maken. Diep ademhalen helpt. Hij heeft ook baat bij middenriftraining. Met Samuel Sanches oefent hij op het voorbereiden van een verhaal, zodat hij dat op basis van steekwoorden af kan steken voor de camera. Dat gaat steeds beter. ‘In het veld heb ik vaak aan één woord genoeg. Links. Rechts. Vooruit. Achteruit.’ Op vijfjarige leeftijd rijdt Lutsharel met zijn ouders langs De Kuip. ‘Ik ga daar ooit spelen in het Feyenoord-tenue.’ Zijn ouders lachen en hopen het met hem mee. Maar het geloof van Lutsharel is rotsvast. En als Lutsharel ergens in gelooft, gaat hij er vol overgave voor, weten Luthson en Sharmine. Bijna drie jaar na zijn debuut in De Kuip doet Lutsharel waar hij als kleine jongen van droomde. Hij scoort voor het eerst in een officiële wedstrijd in ‘zijn’ stadion. De Kuip is vanwege de coronamaatregelen helaas maar voor een klein deel gevuld, maar de adrenaline spuit bijna uit zijn oren. De vreugde-uitbarsting is extra groot omdat hij voor de 1-1 tekent en daarmee zijn eigen fout bij de 0-1 wegpoetst. Lutsharel schreeuwt het uit. Na zijn allereerste doelpunt volgen tot en met januari 2021 nog Kuip-goals tegen CSKA Moskou, FC Groningen, FC Utrecht en Heracles Almelo. Hij viert ze door met zijn vingers de Z van Zuid te vormen. ‘Ik kom van Zuid, dus dat doe ik voor mijn wijk.’ Zijn ouders volgen alles thuis voor de televisie, want vanwege de coronamaatregelen zijn ze niet welkom in het stadion. ‘Toch zijn ze altijd bij me,’ stelt Lutsharel. ‘Ik krijg voor elke wedstrijd berichtjes. Ik kan niet meer zonder. In de kleedkamer check ik altijd even mijn mobiel. Mijn moeder stuurt hele verhalen. Dat ik vanaf de eerste minuut geconcentreerd moet zijn, kort op mijn man moet zitten, niet mag verslappen… Het gaat ver, hoor!’ Lutsharel lacht zijn breedste lach. Een moment dat zich al lang laat aankondigen is na de wedstrijd tegen PSV daar. Na de glansrol van Lutsharel in de topper heeft ESPN-presentator Jan Joost van Gangelen live op tv onthuld dat de verdediger geen interviews geeft omdat hij zich niet comfortabel voelt in een interviewsetting. De zender heeft dit in aanloop naar de toppermaand januari al aangekondigd bij de communicatie-afdeling van Feyenoord. Veel kijkers willen namelijk een interview met de Feyenoorder zien en ESPN wil uitleggen waarom dit niet mogelijk is. De reacties van Feyenoord-supporters op de verschillende fora, maar ook die van veel andere (rivaliserende) clubs, zijn hartverwarmend. Lutsharels Instagram-inbox stroomt over. ‘Ik heb alleen maar mooie reacties ontvangen, man,’ vertelt hij in een videocall. “Bedankt voor je support!” krijgen sommigen terug via een direct message, gevolgd door een hartjes-emoticon. Soms zijn de berichtjes langer. Hij komt er niet aan toe om iedereen te bedanken. Het zijn er gewoon te veel. Maar hij is dankbaar. ‘Alle reacties doen me goed.’ Op het veld begint Lutsharel steeds belangrijker te worden en hij zit daardoor lekker in zijn vel. Tegen PSV is hij een van de uitblinkers. Hij geeft de assist bij de eerste goal van Mark Diemers, maakt met een goede loopactie ruimte voor Steven Berghuis bij de 2-0 en start de tegenaanval die leidt tot de 3-0 door een te korte pass goed te onderscheppen. Alles wordt vooraf met de staf goed besproken, maar in het veld komt het ook aan op intuïtie. Hij hoeft nu niet naar de zijlijn te kijken in de hoop dat hij mee naar voren mag. Lutsharel mag gaan. ‘Aanvallend doe ik vaak wat in me opkomt. Dat pakt de laatste tijd goed uit.’ Het levert hem niet alleen goals, maar ook zijn tweede individuele Eredivisieprijs op. Na de maand januari krijgt hij, net als in september 2020, de prijs voor de Eredivisie Speler van de Maand O21. Daar komt later ook nog de prijs voor Legioen Speler van de Maand januari bij. Lutsharel blijft bescheiden. Geen woorden maar daden is zijn motto. ‘Ja, het gaat goed. Maar het kan nog veel beter.’ Erben Wennemars zit een dag na Feyenoord - PSV in een uitzending op Radio 1 en de situatie rondom Lutsharel komt ter sprake. Wennemars zegt dat hij het jammer vindt dat Lutsharel niet spreekt. Hij hoopt juist dat hij voor de camera verschijnt, om mensen die hetzelfde ervaren te inspireren. ‘Praat en ik zal luisteren,’ tweet de oud-schaatser, die zelf ook bekend is met stotteren, een dag later. ‘Ik begrijp wat hij bedoelt,’ reageert Lutsharel. ‘Tussen al die reacties zaten er ook van mensen die stotteren. Maar nu voor een camera verschijnen is voor mij nog te vroeg.’ Het gesprek komt op Broederliefde. Na Feyenoord – PSV neemt Lutsharel een filmpje op waarop hij samen met Tyrell Malacia en Leroy Fer meerapt met een nummer van de Rotterdamse groep. Het lied ‘Nog Lang Niet’ is ook van Broederliefde en lijkt haast gemaakt voor Lutsharel. ‘Ik ben inderdaad nog lang niet waar ik wil zijn,’ zegt hij. ‘Maar ik ben wel verder dan gisteren. Ik werk aan mezelf. Dat blijf ik doen. Geen woorden maar daden.’
Reageren

Lees ook

Meer nieuwsberichten