Frank Arnesen heeft in Arne Slot een trainer gevonden die naadloos aansluit bij zijn meerjarenplan. Maar laten we niet te vroeg juichen; er zijn nog voldoende mitsen en maren.
Sinds Arnesen het voor het zeggen heeft in De Kuip is Feyenoord weer te betrappen op een heldere visie. Er wordt een route gevolgd die door clubs van (ongeveer) dezelfde statuur in opleidingslanden heilig is verklaard, en de laatste jaren met succes intensief wordt nageleefd door bijvoorbeeld Ajax en Club Brugge. In Portugal doet men het al jaren goed.
Kort gezegd werkt het zo: koop talentvolle voetballers, geef ze de ruimte om zich te ontplooien en verkoop ze vervolgens door aan een club uit een top-5-competitie. Investeer een deel van de opbrengst in de selectie en een behoorlijk percentage in de jeugdopleiding. Belangrijke kanttekening is dat het jaren kan duren voor dit echt succesvol wordt.
De eerste stappen zijn gezet. Arnesen heeft het scoutingsapparaat afgestoft en de jeugdopleiding geniet meer aandacht. Marcos Senesi is tot nu toe het kroonjuweel van het nieuwe beleid, Mohammed Kudus moest zijn erfgenaam worden. Helaas gooide corona roet in het eten en moest Feyenoord afgelopen zomer noodgedwongen de markt op met een kleinere portemonnee. Zo kwam de club uit bij Bryan Linssen en Mark Diemers, aankopen die meer zouden passen in de beruchte bord op schoot-methodes van Arnesens’ voorganger Martin van Geel.
Ondertussen botst de langetermijnvisie van de technisch directeur met de kortetermijnvisie van Advocaat, bijvoorbeeld als het gaat om de inzet van jeugdspelers. Advocaat noemde ze meermaals niet goed genoeg en werkt liever met spelers die een zekerheidje zijn.
Dat is zijn recht, want het werkt. Maar als het gaat om dat meerjarenplan van Arnesen past een talentvolle en moderne trainer. Dat is Arne Slot. In Alkmaar heeft hij ruimschoots bewezen het één en ander in zijn mars te hebben. In cijfermatig opzicht is hij zelfs de best presterende trainer die AZ heeft gehad, met een puntengemiddelde van 2,11 per wedstrijd. Vorig seizoen ging AZ nek aan nek met Ajax in de titelstrijd. Bovendien bewees Slot zich een sterk tacticus en werden veel topwedstrijden gewonnen.
Wel kleven er risico’s aan de koers van Arnesen. Niet zozeer omdat het geen logische weg is, maar omdat Feyenoord zich niet aan logica houdt. De volksclub met haar kritische en soms onrealistische achterban kan een trainer maken, maar ook breken. Giovanni van Bronckhorst genoot vanwege zijn verleden zelfs na zeven nederlagen op rij het vertrouwen, met buitenstaander Jaap Stam liep het anders af. Er is iets voor te zeggen dat bij deze grillige club enkel een ervaren trainer zijn hoofd boven water kan houden.
Echter is het ook zo dat voor een td die zich laat beïnvloeden door die soms onverklaarbare krachten, er geen beginnen aan is. En daarom kiest Arnesen voor Slot; een veelbelovende trainer waarmee Feyenoord zich in zijn handjes mag knijpen.
Maar de kans is best aanwezig dat het geduld van de achterban wordt getest. Feyenoord is sinds de komst van Advocaat, nu ruim een jaar geleden, de best presterende ploeg in de Eredivisie. Dat komt omdat Advocaat de zwaktes van zijn ploeg kent. Voetballend kan Feyenoord niet mee met Ajax en daarom wordt er gekozen voor een soort Atlético Madrid-tactiek: als je er geen tegen krijgt, heb je in ieder geval een punt. Dat past Feyenoord als een jas. Slot zal daarentegen jeugdspelers de kans (moeten) geven en zal het elftal naar zijn hand willen zetten, waarbij de nadruk veel meer dan onder Advocaat ligt op spel áán de bal. Die omschakeling heeft ongetwijfeld tijd nodig.
Het is daarom cruciaal dat Arnesen Slot, die zelf in al zijn ambitie realistisch naar Feyenoord moet blijven kijken, bijna onvoorwaardelijk steunt. En dan kan het zomaar eens zijn dat Slot geen inwisselbare passant wordt, maar een schot in de roos.
Peter
Lees meer over