Fraser hekelt racismerel: 'Ik kan niet tegen dat gejank'
Het racisme moet voor eens en voor altijd uit het dagelijks leven en uit het voetbal verdwijnen. Toch vindt de in Paramaribo geboren Henk Fraser dat er misschien wel teveel de nadruk gelegd wordt op zielige verhalen. "Weet je wat het is?”, zegt oud-Feyenoorder Fraser. "Discriminatie mag niet. Ik denk dat ieder normaal denkend mens zo redeneert."
Hij ziet vooral ook dat er mensen doorslaan. "Ik zie mensen op televisie verschijnen die zich werkelijk overal gekwetst over voelen. Ze zijn slachtoffer van dit, van dat, van zus en zo. Ik kan niet tegen dat gejank. Tegen die extremelingen aan de andere kant van het racismedebat evenmin, trouwens. Juist ook omdat het averechts werkt, dat gebrek aan nuance. In plaats van begrip, kweken ze ergernis. Die kleine groep idioten verpest het voor de rest", aldus Fraser in gesprek met het Algemeen Dagblad.
Ook Fraser heeft meegemaakt dat hij geweigerd werd, terwijl zijn Nederlandse rijgenoot wel naar binnen mocht van de portier. "Maar denk je dat ik mijn trots op zo’n moment liet krenken door zulke zielige types? Je moet je nooit als slachtoffer willen gedragen. Ik probeerde altijd boven domheid te staan. Ik dacht altijd: ik kom er tóch wel in dit leven." Fraser beseft dat hij misschien makkelijk praten heeft. "Wat voor mij wel vaststaat, is dat zo’n portier niet symbool staat voor Nederland: 95 procent van de mensen is geen racist.”