Unieke onvoorwaardelijke regeling in het betaald voetbal
Voor het betaalde voetbal zijn het onzekere financiële tijden. Door een breedgedragen overeenkomst, waarbij spelers een gedeelte van hun salaris inleveren wordt er in het betaalde voetbal zo'n 35 miljoen euro bespaard. De grootverdieners zullen de grootste financiële lasten moeten dragen. Bij Feyenoord, PSV en Ajax betekent dit een miljoenen besparing op korte termijn.
Het Algemeen Dagblad schrijft het scenario uit. Federatie Betaaldvoetbal Organisaties directeur Serge Rossmeisl, weet na het akkoord tussen spelersvakbonden, de FBO en de vakvereniging voor coaches betaald voetbal, dat de bal bij de spelers ligt. "Het is een richtsnoer en clubs kunnen andere afspraken maken, als ze dat willen. Nu het collectief gedragen is, moeten er wel heel goede redenen zijn om meer van spelers te vragen. Dit is een voor het voetbal behoorlijk uniek akkoord. Belangrijk om te melden is nog wel dat niemand er per se mee hoeft in te stemmen.’’
Spelers kunnen dus zelf een geste doen richting de club, maar zijn niets verplicht. Clubs kunnen met deze regeling een lagere begroting opstellen. Wat als clubs nu een speler voor 30 miljoen kunnen verkopen? "De korting is in beginsel afgesproken voor de periode dat er zonder publiek wordt gespeeld’’, zegt Rossmeisl. "Over dit soort onderwerpen is gesproken, maar het is wel een onvoorwaardelijke regeling’’, zegt hij. "Het lijkt ons logisch dat clubs die het toepassen heel verantwoord met hun geld omgaan, zoals dat eigenlijk altijd moet.’’