Het is even stil geweest wat betreft de columns op deze site. En dat is niet zo gek, nu het voetbal stilligt. Inmiddels is er gelukkig genoeg om over te schrijven. Zo tekende Dick Advocaat met één jaar bij.
De laatste weken zat ik vaker thuis dan normaal. Om tijd te doden, keek ik naar de documentaire ‘Sunderland ‘Til I Died’. Mooi is hoe op het einde van seizoen twee, nadat de fans van Sunderland meer dan één gifbeker hadden moeten leegdrinken, ze opnieuw verliefd worden op hun club.
In het klein gebeurde dat ook bij ons afgelopen seizoen, na een wat kleurloze periode. Supporters vielen weer in de armen van Feyenoord, die waren opengekieteld door Advocaat.
Het is eeuwig zonde dat het voor altijd de vraag blijft; wat als? Maar dat Advocaat hoop terugbracht in de harten van Feyenoordsupporters en ons- tegen alle verwachtingen in - liet dromen, stemt positief voor de komende voetbaljaargang (ervan uitgaande dat we dan weer voetballen).
Nu is het met die euforie in het achterhoofd misschien aantrekkelijk om Feyenoord voor komend seizoen te scharen bij de kanshebbers voor de titel, maar de realiteit is er niet naar. Ook Feyenoord is geraakt door de coronacrisis. Buffers zijn er niet zoals ze er in Eindhoven en zeker in Amsterdam wél zijn, waardoor het verschil in de transferbudgetten nog groter zal zijn.
Natuurlijk: mocht dit elftal zonder grote mutaties blijven, wat zou betekenen dat Berghuis en Kökcu ook volgend seizoen in De Kuip te bewonderen zijn, is er altijd een kans. Het is ook niet uit te sluiten dat de transfermarkt door de cornacrisis minder grotesk zal zijn dan normaal. Maar zoals de kaarten nu zijn geschut, is het niet realistisch. Het is nog maar sterk de vraag of bijvoorbeeld Oğuzhan Özyakup blijft. En wat gebeurt er met Karsdorp?
Enfin. Op dit moment ben ik vooral blij als de bal weer rolt. De hunker naar een bezoek aan De Kuip is inmiddels enorm.
Sjoerd Mossou schreef onlangs een fantastisch stuk in het AD, waarin hij uitlegde dat het vreemd was dat er gesproken werd over miljoenensteun voor de culturele sector, maar dat het voetbal daarbij werd vergeten. Niets in Nederland voorziet zoveel mensen immers van vertier.
Bij Feyenoord gaat het verder dan vermaak alleen. Net als bij Sunderland, trouwens.. Een volksclub krijgt haar naam niet zomaar. Voor veel mensen is De Kuip een plek van samenkomen, van vrienden ontmoeten. Daar kan geen Luxor tegenop en is voor veel mensen écht een sociaal gemis.
Dat het bijzondere tijden zijn, is zeker. Helemaal nu we vandaag (ik schrijf deze column op 5 mei) 75 jaar vrijheid binnen vieren.
Voor de gelegenheid dook ik in de oorloggeschiedenis van Feyenoord, dat vanaf 1943 twee jaar lang niet in De Kuip speelde. Dat zag hoe Joodse leden verdwenen en hoe De Kuip het toneel werd van een enorme rasia, waarbij 50.000 Rotterdamse mannen werden opgepakt (de Kuip was één van de verzamelpunten).
In dat perspectief is wat mij nu meemaken kattenpis. Veel meer dan dat.
Maar ik las ook hoe snel na de oorlog de Kuip weer open ging. Er werd een wedstrijd gespeeld tegen het Britse bevrijdingsleger. De tribunes stroomden weer vol.
Een vergelijk is niet te maken, nogmaals. Maar het tekent wel het sociaal belang van zo’n stadion, en van de club. In dat kader mag ik toch zeggen; net als toen is het te hopen dat we snel weer mogen.
En misschien bewijst Advocaat dan dat hij echt kan toveren, maar waarschijnlijk is hij vooral gewoon een hele goede trainer. Geen titel dus, wel waar naar De Kuip.
Peter