COLUMN | Hoe lang is het k-woord nog verboden?
[i]Super Sunday[/i], zo adverteerde FOX Sports voor de afgelopen zondag met de wedstrijden tussen PSV en Feyenoord en Ajax en AZ.
Sinds de komst van Dick Advocaat ziet de wereld er heel anders uit voor Feyenoord. Door de overwinning van AZ in Amsterdam (0-2) en het gelijkspel van Feyenoord in Eindhoven (1-1), staan de Rotterdammers op zes punten van koplopers Ajax en AZ.
Met nog tien wedstrijden te gaan voor de top-3, en negen voor PSV, is het geen gekke gedachte dat Feyenoord zich nog serieus gaat mengen in de titelstrijd. Zondag was dus inderdaad een Super Sunday.
Ondertussen is het k-woord nog altijd verboden in Rotterdam. Dat is verklaarbaar: na het desastreuze begin van het seizoen, heerst bij Feyenoord het gevoel dat wij vooral dankbaar mogen zijn dat we door een groot wonder weer bovenin meedoen. Over een eventuele titel wordt niet gesproken, want dat zou wel héél gek zijn, nietwaar?. Veel meer dan een kers op de taart.
Zelf wilde ik tot voor kort ook niet spreken over het k-woord. Twee weken geleden werd ik na de overwinning op PEC Zwolle in een groepsapp geplaatst met de naam ‘Feyenoord kampioen’. Ik lachte, en dacht: dit waait wel weer over. Ik ben niet zo van opportunisme in het voetbal, omdat het voortkomt uit onderbuikgevoel - en dus ontstaat zonder rationeel na te denken.
Maar er komt een moment dat wij serieus rekening moeten gaan houden met een titelstrijd, voordat het te laat is. Het fanatisme bij Feyenoord is fantastisch op dit moment, én niet op de laatste plaats een belangrijke drijfveer. We zagen het in de topper tegen PSV: de spelers dragen uit dat zij trots zijn op het shirt, en vechten voor elke meter. Het slaat over op de supporters, die trots zijn om achter dit elftal te staan. Daarbij is de ploeg haast onverslaanbaar de laatste maanden, en werden er inmiddels van alle eredivisieclubs de minste wedstrijden verloren.
Maar om met dezelfde overtuiging en passie te blijven spelen, blijft er ook een gezamenlijk doel vereist. Zo werkt het nu eenmaal in sport. Dat is tot nu toe de inhaalrace geweest, maar ook de spelers merken - ondanks dat het niet wordt uitgesproken - dat er nu meer te halen is. Dat is inmiddels een rationele gedachte.
De cijfers liegen niet: Feyenoord maakt in recordtempo punten goed op Ajax en AZ. De Amsterdammers verloren vijf van de laatste tien wedstrijden in de Eredivisie, en AZ blijft wisselvallig. Wanneer komt het moment dat wij durven te zeggen ‘we doen mee’?
Misschien na de topper tegen AZ, of de Klassieker tegen Ajax. Want ondanks dat wij aansluiting hebben gevonden met de nummers één en twee, is een gat van zes punten aanzienlijk. Tel daarbij het verschil in doelsaldo op, en je komt tot de conclusie dat er gewonnen moet worden van Ajax en AZ. Dat is lastig, heel lastig, maar AZ bewees ons gisteren dat in ieder geval van Ajax momenteel gewonnen kan worden.
De Alkmaarders speelden daarbij uit een fanatisme, dat vergelijkbaar is met dat van Feyenoord. En dat komt omdat de spelers geloven in een gemeenschappelijk doel: het kampioenschap. Nu de inhaalrace voor Feyenoord haar virtueel doel heeft bereikt (dat was het halen van Europees voetbal), wordt het langzamerhand tijd om haar krachten uit een ander doel te putten. We hebben het nodig om te winnen van AZ en Ajax. [i]Als[/i] is geen populair woord in Rotterdam, dus moeten we voorkomen dat we over tien wedstrijden met een als-gevoel rondlopen.
Feyenoorders hebben een soort schild dat teleurstelling voorkomt; niet te veel rekening houden met succes. Ik snap dat. Maar de enorme zenuwen die ik had voor de wedstrijd tegen PSV, verklappen dat ik inmiddels al een beetje geloof.
[i]Peter
[/i]