Toornstra: 'Waarom zou je dat dan veranderen?'
Jens Toornstra is het levende bewijs dat clubliefde nog bestaat. Met een nieuw contract tot 2022 op zak jaagt de 30-jarige middenvelder in zijn zesde seizoen op nieuwe successen. ‘Feyenoord en de supporters maken soms een soort oergevoelens in me los,’ vertelt hij in een uitgebreid interview in het nieuwe Feyenoord Magazine, dat vrijdag verschijnt.
Langzaam ga je richting de status van clubicoon…
Toornstra: ‘Nou, dat valt mee. Ik blijf altijd bescheiden en er zijn genoeg spelers die veel meer bereikt hebben dan ik in het shirt van Feyenoord. Wel is het inderdaad zo dat ik momenteel na Sven van Beek de speler ben die het langst bij de Feyenoord-selectie zit. Met dat soort dingen ben ik zelf nooit zo bezig, maar na mijn contractverlenging kwam dat ineens ter sprake. Dat was voor veel mensen het moment om mij als clubman te omschrijven, maar voor mijn gevoel was ik dat al. Ik heb me altijd sterk verbonden gevoeld met Feyenoord. Als kleine jongen liep ik in Ter Aar al in een Feyenoord-shirtje rond. En als je hier vijf jaar speelt en successen mag vieren, dan wordt dat gevoel alleen maar sterker. Feyenoord is gewoon mijn club.’
De liefde is wederzijds.‘De club is tevreden met me, vertelde de nieuwe technisch directeur Sjaak Troost me in aanloop naar dit seizoen. Ook de nieuwe trainer Jaap Stam wilde me graag behouden. Daarom wilde Feyenoord mijn contract (dat tot 2021 liep, red.) met een jaar verlengen. Normaal gesproken verleng je niet per se als je nog een contract van twee jaar hebt, maar het gevoel van beide kanten is goed. Als je dat op zo’n manier kunt uitspreken naar elkaar, is dat voor beide partijen fijn.’
Jullie hebben zelfs de intentie uitgesproken dat jij na jouw carrière voor de club behouden blijft. Dat is vrij uitzonderlijk; sommige voetballers denken daar pas na hun loopbaan over na.
‘Ik heb altijd veel over het leven na mijn voetballoopbaan nagedacht. Feyenoord kwam met het idee om daarover in gesprek te gaan, waarschijnlijk omdat ze ook op andere vlakken kwaliteiten in mij zien. Heel concreet hebben we er nog niet over gesproken, maar het zal eerder iets commercieels zijn dan een functie op het veld. Ik studeerde fiscale economie voordat ik profvoetballer werd en heb vorig jaar een cursus sportmanagement gevolgd aan de Johan Cruyff University. Misschien kan Feyenoord mij na mijn carrière een opleidingstraject of een baan aanbieden. Maar voorlopig richt ik me nog volledig op het voetbal. Ik ben fysiek sterk en topfit. Zoals ik me nu voel kan ik nog jaren mee.’
Jij bent het nog niet zat om elke dag vanuit Ter Aar op en neer naar Rotterdam te rijden?
‘Absoluut niet. Ik rij nog steeds elke dag met veel plezier naar de club en heb het hier hartstikke naar mijn zin. Als je ergens gelukkig bent, waarom zou je dat dan veranderen?’
Misschien om te cashen in het buitenland?
‘Ik kan het best begrijpen als spelers die keuze tegen het eind van hun loopbaan die keuze maken, want als voetballer moet je het in een relatief korte periode verdienen, zeker als je niet weet wat je na je carrière wilt gaan doen. In het begin van mijn profcarrière dacht ik wel: hoe zou het zijn om in het buitenland te voetballen? Dat gevoel heb ik niet meer. Van de buitenkant lijkt het buitenland heel mooi, maar de realiteit is vaak minder romantisch. Zeker als je niet aan spelen toekomt. Dan zit je daar, alleen. Nu voetbal ik bij de mooiste club van Nederland. Dicht bij huis en dicht bij mijn dochter die ik anders een stuk minder zou zien. Natuurlijk, in het buitenland zou ik twee of misschien zelfs wel zes keer zoveel kunnen verdienen, maar bij Feyenoord zit ik ook gewoon heel goed op m’n plek. Soms moet je waarderen wat je hebt. Ik realiseer me nog altijd dat ik als profvoetballer zeer bevoorrecht ben.’
Zie jij alles wat je als profvoetballer verdient en meemaakt nog steeds als een soort bonus?
‘Een beetje wel, ja. Zoals iedereen wel weet had ik als studerende amateurvoetballer van 21 jaar de hoop op een profcarrière al opgegeven. Tot ik alsnog de kans kreeg bij ADO Den Haag. In die zin kun je zeggen dat alles wat ik sindsdien heb bereikt, bonus is. Maar dat betekent niet dat ik niet hongerig ben of mezelf niet meer wil verbeteren. Ik leef mijn droom, maar wil er wel het maximale uit halen op sportief gebied.’
Hoe kijk je in dat opzicht naar het komende seizoen?
‘Voor dit seizoen betekent het dat ik nieuwe successen wil boeken met Feyenoord. We hebben de afgelopen jaren vijf prijzen gepakt, maar met name het vorige seizoen was teleurstellend. Daarvoor willen we ons revancheren. Ik ben ervan overtuigd dat we met dit elftal nog genoeg kunnen bereiken, ondanks dat er een aantal belangrijke spelers is vertrokken. We kunnen goed voetballen, maar dat kwam er de afgelopen twee seizoenen niet altijd uit. Ik hoop dat we dit seizoen meer van onszelf kunnen laten zien.’
Wat is daar voor nodig?
‘Allereerst denk ik dat een goede start heel belangrijk is. Vorig seizoen begonnen we met de winst van de Johan Cruijff Schaal, maar vervolgens verloren we in de voorronde van de Europa League tegen AS Trencín en gingen we in de eerste competitiewedstrijd onderuit bij De Graafschap. Dan begin je met een negatief gevoel aan het seizoen. In het kampioensseizoen wonnen we de eerste negen wedstrijden. Ik ben ervan overtuigd dat die start heel belangrijk is geweest voor de rest van het seizoen. Hopelijk kunnen we dit seizoen beginnen met een sterke serie.’