'Veel mensen schrikken als ik mijn shirt uitdoe'

Kenneth Vermeer (33) weet dat God een plan met hem heeft. Tientallen tatoeages en vier Bijbels zorgen ervoor dat de doelman haast geen negatieve gevoelens kent. Hij vertelt in het nieuwe Feyenoord Magazine hoe hij kracht haalt uit zijn geloof. De Panter ‘Op mijn vijftiende ging ik voor het eerst naar de tattooshop. Mijn zus ging de eerste keren stiekem, maar ik vroeg direct toestemming aan mijn moeder. En die kreeg ik. Ze noemden me “De Panter”, dus ik wilde een panter op mijn arm. In eerste instantie zou ik het bij wat tattoos op mijn armen houden, maar al snel kwamen er tatoeages op mijn rug, borst en benen bij.’ ‘Veel mensen schrikken als ik mijn shirt uitdoe. Ik laat mijn tatoeages namelijk niet echt zien aan de buitenwereld, dus voor velen komt het als een verrassing dat ik er zoveel heb. Veel van mijn tatoeages hebben een religieuze betekenis. Zo heb ik psalm 23 in het Engels op mijn bovenbeen staan, een trap naar de hemelpoort op mijn rug, nog een kruis met handen met een rozenkrans en verschillende religieuze teksten op mijn borst.’ ‘Andere tatoeages zijn meer persoonlijk. De namen van mij en mijn vader – Kenneth Harold Vermeer – en een tijger bijvoorbeeld, of nog wat Middeleeuwse strijders, mijn zoontje met een klok met daarop zijn geboortetijd, een engeltje voor mijn oma, de initialen van mijn oma, zus, mijn kleine en m’n moeder. Pfff, ik heb er veel, man.’ Gelovige jongen ‘Al die tatoeages staan voor de dingen die ik altijd bij me wil dragen. Nu ik ze zo heb opgesomd, weet je wel dat ik een gelovige jongen ben. Dat laat ik ook af en toe op social media zien, door religieuze teksten te delen. Iemand die gelooft, kan daar heel veel kracht uit halen. Dat geldt misschien voor volgers van mij, vrienden, familie, maar ook voor mijzelf. Thuis bid ik regelmatig en als ik op zondag naar de kerk kan, ga ik. Ik lees daarnaast iedere dag in de Bijbel.’ ‘Ik heb een Bijbel op de club, eentje in mijn huis in Almere, eentje in mijn huis in Rotterdam en één in mijn voetbaltas. Vaak zoek ik dezelfde psalmen op: 23, 27, 121, die komen wel regelmatig terug. “De Heer is mijn licht” of “De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets”, dat soort teksten. Ik voel me daar prettig bij. Ook bij het geloof dat God nooit slaapt. Hij waakt, ziet alles, verslapt nooit. Hij heeft altijd een plan. Soms is het leven – letterlijk – pijnlijk, maar er is altijd weer wat moois op komst.’ Toeval? ‘Pijnlijk was bijvoorbeeld de spierblessure die ik opliep toen ik op huurbasis bij Club Brugge speelde. Ik zat in een goede flow, hield ze week in, week uit in de wedstrijd, werd zelfs Speler van de Maand. Tot ik een keer een doeltrap nam en een peesje in mijn bovenbeen afscheurde. Dat bovenbeen waar psalm 23 op staat getatoeëerd. Ik weet niet of dat toeval was… Het was ook gewoon pure pech.’