Van Hanegem over spandoek: 'Dit is ver beneden alle peil'

De twee grote spandoeken van de laatste twee wedstrijden tegen Ajax in De Kuip houden de gemoederen nogal bezig. Ook Willem van Hanegem kwam erachter dat op beide doeken verwensingen stonden die volgens het icoon niet kunnen. Van Hanegem vond de verwensingen beneden alle peil. De Willem van Hanegem troffee ging dit jaar naar de spandoekenmakers. De Kromme overhandigde de prijs zelf. “Maar als deze spandoeken zijn gemaakt door dezelfde mensen, dan heb ik er spijt van dat ik hen de prijs heb gegeven. Dit is ver beneden alle peil. Wie dit doet, kan geen echte Feyenoorder zijn’’, zegt Van Hanegem in het Algemeen Dagblad. De laatste twee doeken tegen Ajax waren voorzien van verwijzingen naar verdrietige gebeurtenissen in het Ajaxkamp. In januari stond er een verwijzing na het overlijden van Carlo Picornie, de Ajax-fan kwam om bij rellen in Beverwijk, de verwijzing was JLAW dat staat voor Joden Lopen Altijd Weg. Woensdag stond er met een kilometerpaal met A10 en 34,0 een verwijzing na de gevechten die plaats hadden in de buurt van de A10 en A9 en nummer 34 was het rugnummer van Nouri bij Ajax. “Als dit zo bedoeld is’’, zegt Van Hanegem, “vind ik het heel erg dat deze mensen de schoen (de prijs is in de vorm van een voetbalschoen. red.) hebben gekregen. Ik hoop nog steeds dat dit niet zo is, dat het allemaal niet zo bedoeld is, maar ik vrees dat de feiten voor zich spreken. Ze moeten nu ook niet met smoesjes aankomen. Die groep van spandoekmakers moet nu duidelijk zeggen: ‘Hier willen wij niks mee te maken hebben’.’’ In zijn tijd bij Feyenoord speelde Van Hanegem vaak tegen Ajax, maar het onderlinge respect van spelers naar elkaar was groot. “Bij het Nederlands elftal sliep ik op een kamer met eerst Bennie Muller en later Piet Keizer. Sjaak Swart ken ik ook goed. En vorige week, op mijn 75ste verjaardag, kreeg ik per sms een felicitatie uit Tunesië. Die kwam van Ruud Krol, die daar trainer is.’’ Van Hanegem: “Ik hoor weleens zeggen dat ik altijd te veel heb opgekeken naar spelers van Ajax. Maar dan denk ik: Zij die dat zeggen zijn rare mensen, die in een rare wereld leven. Ik heb nog nooit in mijn leven naar spelers opgekeken. Maar ik heb het wel altijd goed met Ajacieden kunnen vinden.’’