Held in de Supercup, schlemiel in de Klassieker: 'Media focussen op doelman'

Feyenoord heeft de laatste jaren weinig talent voortgebracht. In het 'tijdperk' Giovanni van Bronckhorst is maar één jeugdspeler gedebuteerd die standaard bij de eerste elf zit: doelman Justin Bijlow. Twee andere selectiespelers pendelen tussen de reservebank en de basis: Bart Nieuwkoop en Tyrell Malacia. Die eerstgenoemde speler, de twintigjarige Rotterdammer, staat vandaag in de topper van Feyenoord tegen PSV vol in de kijker. Waar media meestal de trainer of veldspelers interviewen, moest Bijlow zich deze week vaak melden. Zo sprak de doelman bijvoorbeeld met de [i]NOS[/i]. Bijlow kende dit seizoen dan al wat ups en downs. Tegen PSV in de Johan Cruijff-schaal was hij bijvoorbeeld de redder van Feyenoord, in de penaltyserie zorgde hij bijna eigenhandig dat Feyenoord aan het langste eind trok. Maar een aantal maal was hij ook de schlemiel, bij Jong Oranje en bij Feyenoord. Met name de blunder tegen Ajax was pijnlijk, hetgeen Bijlow een slapeloze nacht bezorgde: 'Ik heb veel over me heen gekregen na die wedstrijd, maar de kritiek was terecht. Zo'n bal mag er natuurlijk niet in. Elke fout is er natuurlijk een te veel, maar je moet er van leren'. 'Alleen die eerste avond en misschien de dag erna zat ik erdoorheen', vervolgt de international. 'Het was ten slotte tegen de aartsrivaal en mijn eerste echte Klassieker. Maar als zoiets gebeurt moet je jezelf oppakken en weer doorgaan. Na die fout waren er tenslotte nog zeventig minuten te spelen'. Vanmiddag heeft de ras-Feyenoorder een kans om zich te onderscheiden, tegen een PSV wat veel hoger staat aangeschreven. Heeft Feyenoord kans of moet het hopen op een extreem goede dag van de goalie? Bijlow: 'Ik benader dit als iedere andere wedstrijd. Dat moet ook gewoon denk ik. Of PSV in alles verder is? Dat mogen jullie vinden. We moeten van onze eigen kracht uitgaan en negentig minuten lang volle bak gaan. En De Kuip zal ook achter ons staan. Een wedstrijd wordt op het veld gespeeld en niet op papier'. Bijlow ziet zichzelf deze keer liever eens niet opvallen: 'Ik zou het prima vinden als er niks voor mijn doel gebeurt en we winnen. En als ze gevaarlijk voor het doel komen, moet ik er staan'.