Eljero Elia werd met Feyenoord kampioen van Nederland, waarna hij naar Basaksehir verhuisde in Turkije. Bij Feyenoord speelde hij altijd in een uitverkocht huis, bij Basaksehir komen gemiddeld tweeduizend man bij de wedstrijden kijken.
Toch heeft hij geen spijt van zijn overstap. ‘Ik ben van een volle Kuip naar een stadion gegaan waar gemiddeld zo’n tweeduizend man komt kijken. We verdienen meer publiek, alleen de club is pas een paar jaar oud. Supporters kun je niet kopen, hè, die moet je verdienen, door prijzen te winnen en op basis van historie. Basaksehir heeft allebei niet, maar je moet toch ergens beginnen. Deze club is zesde geworden, vierde, derde en tweede. Nu staan we bovenaan, los van de rest. Ik weet uit ervaring dat een kampioenschap zo’n proces kan versnellen. Daarom ben ik hier gekomen. Nee, nee, niet alleen voor het geld. Alles is netto, dus ik verdien beter dan bij Feyenoord, ja, maar ik kon naar clubs waar ze nog méér boden. Ik zag er gewoon een uitdaging in, zo heb ik altijd mijn keuzes gemaakt. Als je dat niet gelooft, moet je maar bij Feyenoord gaan vragen’, aldus Elia in Voetbal International.
Elia spreekt nog altijd vol lof over Feyenoord. Het was ook zijn keuze om naar Rotterdam te komen. ‘Ik heb altijd geweten dat het dé club was die het best bij me zou passen. Daarom ben ik ook gegaan, helemaal uit mezelf. Ik zat met mijn toenmalige zaakwaarnemer Rodger Linse te praten, mocht weg bij Werder Bremen en er was veel interesse: Saoedi-Arabië, QPR, ik kon goed gaan verdienen. Op een gegeven moment werd het stil en zei ik: Bel Feyenoord maar. Rodger vroeg of ik gek was geworden. “Elly, wat moet je in Nederland?” Maar mijn besluit stond vast. Een dag later mochten we al komen praten. Feyenoord kon qua salaris niet veel doen. Geef me wat tekengeld en een transfervrije status als we kampioen zijn geworden, zei ik. Dus hier heb je je bewijs: ik kies nooit voor geld. Ik wilde naar De Kuip om kampioen te worden.’
Elia viel van de ene verbazing in de andere bij Feyenoord, maar hij heeft met Dirk Kuyt echt wat veranderd in de kleedkamer. ‘Maar we hadden samen hetzelfde doel’, kijkt Elia terug. ‘Kampioen worden begint met erin te geloven, alleen: toen we de eerste dag de kleedkamer instapten, was er een serieuze knokpartij aan de gang. Tonny Vilhena tegen Elvis Manu, hard tegen hard, kop tegen kop. Die twee hadden ruzie om niks gekregen. Ik keek naar Dirk en hij naar mij. Waar waren we beland? Toen zijn we maar met z’n allen gaan praten. Grapjes maken is prima, maar zodra we op het veld stonden, moest het over zijn met al die gekkigheid. Maar dan verlies je in je eerste jaar zeven keer op rij. Ik heb nooit zo lang zo zwak achter elkaar gespeeld. We wonnen nog de beker, een troostprijs, maar niettemin verlengde ik mijn contract met een jaar. Weer niet voor geld, wel voor die titel. Die kwam er, het seizoen erop stonden we vanaf dag één bovenaan. Thuis tegen Heracles Almelo moesten we het afmaken. De week ervoor verloren we bij Excelsior en er was weer allemaal spanning en stress, maar kom, hé, waar hebben we het over? Heracles-thuis... Uiteindelijk bleek het ook een fluitje van een cent.’
De titel met Feyenoord is een hoogtepunt in de historie van de club, die er achttien jaar op moest wachten. ‘Maar niet voor mij’, zegt Elia. ‘Je zag me tijdens het vieren ook niet vooraan staan, ik bleef op de achtergrond met Nicolai Jørgensen en Karim El Ahmadi. Wij hoefden niet in de spotlights, ons werk zat erop. We wisten heel goed wat we hadden bereikt. Het was meer: job done. Ik koester het moment, maar ik denk gewoon niet in hoogtepunten. Misschien dat ik er na afloop van mijn carrièretijd voor heb, maar nu wil ik kampioen worden met Basaksehir en dan terug naar Feyenoord om het daar ook wéér te worden en Nederland nog een keer de echte Eljero Elia te laten zien.’