Robin van Persie speelt aankomende zondag in principe zijn laatste Klassieker in de Johan Cruijff Arena. De spits die het plezier in voetballen bij Feyenoord terugvond vindt het mooi geweest. Maar tot het einde van het seizoen gaat hij er alles aan doen om Feyenoord en zijn medespelers naar een hoger plan te tillen.
Te beginnen met de wedstrijd tegen Ajax. Waar diverse kenners aangeven dat Ajax onklopbaar is, gaat Van Persie daar niet in mee. “De hype, want dat het is nu volgens mij, dat sentiment dat het allemaal fantastisch is, daar ga ik persoonlijk niet in mee'', zegt de 35-jarige aanvoerder van Feyenoord. "Ik heb de eerste helft tegen Benfica gezien. Een leuke wedstrijd. In de eerste vijf minuten zag ik al meteen drie echte kansen. Eentje voor Ajax. Twee voor Benfica”, aldus Van Persie in het Algemeen Dagblad.
Van Persie heeft maar één keer een wedstrijd gespeeld waarin hij vond dat de tegenstander onklopbaar was. “Sowieso haal ik altijd mijn schouders op als ploegen als onklopbaar worden gezien. Dat gevoel heb ik slechts eenmaal in heel mijn loopbaan na afloop van een wedstrijd gehad. Dat was tegen het Barcelona van Pep Guardiola. Daar was simpelweg niets tegen te beginnen. Verder heb ik vrijwel altijd gevoeld dat er kansen waren, ook tegen topploegen. Wij hebben zwakke plekken, maar ook Ajax en PSV ook. En Manchester City ook.''
Van Persie snapt dan ook niet dat er supporters zijn die zondag liever niet kijken, omdat ze denken dat Feyenoord op voorhand kansloos is. “Er staat voor ons trainingscomplex een jongen. Hij staat er elke dag en hij begon al vroeg in de week over Ajax. Dat hij er een beetje tegenop zag. Ik kan hem niet beloven dat wij winnen, maar waarom zouden wij op voorhand kansloos zijn? Dat gevoel heb ik helemaal niet. En de groep ook niet.”
“Wij moeten er in geloven en helemaal niet bezig zijn met het feit dat de mensen Ajax als favoriet zien. Noch met de resultaten uit het verleden. Ja, ik weet het. Onze laatste overwinning dateert alweer van 2005, maar het gaat om het nu. Terugkijken, daar hebben we als spelers niets aan.''