Voor Feyenoord is het zondag aan- of afhaken bij de top twee in de wedstrijd tegen Ajax. Met een overwinning gaan de Rotterdammers over de nummer twee Ajax heen. Maar winnen heeft Feyenoord sinds 2005 niet meer gedaan in Amsterdam. Dat weet ook Nicolai Jørgensen, die het met z'n team erg lastig gaat krijgen zondag.
PSV en Ajax spelen uitstekend voetbal en steken er in de Eredivisie met kop en schouders bovenuit. Logischer wijs vormen zij tot nu toe de nummer één en twee op de ranglijst. Is Feyenoord kansloos gezien het spel van hen en de resultaten die er in de laatste dertien jaar zijn behaald? Jørgensen tegen VI: 'Ze spelen goed voetbal, Ajax, dat durf ik wel te onderkennen, maar dat maakt ons niet kansloos, hoor. Eén ding staat vast: we moeten in de Johan Cruijff Arena een heel goede wedstrijd gaan spelen, willen we daar winnen. Resultaten uit het verleden geven ons op voorhand weinig kans, maar zeggen tegelijkertijd niets over aanstaande zondag.
Mocht Feyenoord verliezen in de Arena dan lijkt de titel definitief uit beeld, laat staan plek twee. Is het dan crisis in Rotterdam als Feyenoord alleen nog voor plek drie lijkt te spelen? Jørgensen denkt van niet: 'Wat is crisis? We staan derde, twee punten achter Ajax, zeven op PSV. Half oktober is dat niet prettig, maar ook weer geen onoverkomelijke achterstand. Cijfermatig gezien is er dus vrij weinig aan de hand, al moet je natuurlijk je ogen niet sluiten voor wat eraan is voorafgegaan. Verliezen bij AS Trencín en De Graafschap, gelijkspelen bij Willem II. Kijk, dat kan en mag ons niet gebeuren, zelfs niet als we slecht spelen. Die wedstrijden zorgen nu voor een naar gevoel, ze overheersen en bepalen het beeld rond de club.
De Deen vervolgt: 'Maar oké, als ik eerlijk ben: we kunnen beter voetballen dan we momenteel laten zien. De potentie die dit team heeft, komt er simpelweg nog niet uit in de wedstrijden. We moeten er dus snel voor zorgen dat dát verandert. Tot die tijd weet je dat je te maken krijgt met druk van fans en media, dat is de consequentie van spelen bij zo’n grote club.'