Willem van Hanegem is niet te spreken over Feyenoord. Vooral niet de manier waarop de Rotterdammers voetballen, maar zeker ook niet over de manier waarop het omgaat met situaties in de wedstrijd en daar op anticipeert.
‘Willem II zette vol druk op de defensie van Feyenoord. Als je goed bent, voetbal je daar onderuit. Feyenoord is dat niet, maar toch bleven ze maar de achterballen kort nemen. Dan kwam hij bij Eric Botteghin en dan moest die snel terug naar Kenneth Vermeer en die knalde hem dan maar hard naar voren. Bij AZ zag ik het ook weer. Spelers krijgen een bal van de keeper, maar ze missen alle basisvaardigheden om lekker door te voetballen. Het is elkaar in de problemen brengen. Alsof de bal pas naar voren mag als-ie eerst is aangeraakt door Botteghin of Jan-Arie van der Heijden’, aldus De Kromme in zijn column in het Algemeen Dagblad.
Van Hanegem zag dat Feyenoord in de wedstrijd verandering nodig had, maar het kwam er niet. ‘Ik heb een hekel aan het woord, maar mensen noemen dat een leerproces. Dat je leert van situaties of fouten en daar volgende keer je voordeel mee doet. Daar kunnen we in de eredivisie ook nog wel iets mee. Ik zal beginnen met mijn favoriete club, al krijg ik steeds meer moeite om daar naar te blijven kijken, zo slecht is het daar.’