Kunstgras-kwestie verdeelt Eredivisie-clubs, totaalakkoord mijlenver weg
Deze week had het moeten gebeuren. De Eredivisie-clubs moesten tot een doorbraak komen over de toekomst van het clubvoetbal in Nederland. Het zal echter niet gaan gebeuren. Na een lang overleg in Zeist zijn de vertegenwoordigers van de achttien Eredivisie-clubs tot de conclusie gekomen dat ze meer tijd nodig hebben om de zogeheten 'verdiepingsslag' te maken en dat de beslissing uiteindelijk tijdens de najaarsvergadering betaald voetbal zal worden genomen.
Volgens de [i]Telegraaf[/i] willen de clubs een extern bureau inschakelen om ze daarbij te helpen. Met name de onafhankelijke positie van zo'n bureau en de ervaring en expertise op dat vlak zullen de komende periode doorslaggevend moeten zijn in het onderhandelingsproces, waarbij veel Eredivisie-clubs water bij de wijn zullen moeten doen om tot een compromis te komen.
Het is de huidige werkgroep 'veranderagenda' niet gelukt, ondanks de vele inspanningen, de ingewikkelde vraagstukken op te lossen. Met name de competitie-opzet, de verdeling van het TV-geld en het steeds groter wordende probleem met kunstgras zijn vraagstukken waar nog lang geen antwoord op kan worden gegeven. De achterliggende gedachte bij deze werkgroep is om zoals bij coalitie-onderhandelingen in de politiek, door uitruil van belangen en wensen tot een voor iedereen acceptabel totaalakkoord te komen.
Lang leek het er wel op dat op het onderwerp kunstgras consensus haalbaar was, maar de Eredivisie-clubs besloten om dit onderwerp nog niet uit de 'veranderagenda' te halen, ondanks de studiereis van vijftien clubdirecteuren langs verschillende Europese bonden en clubs. Hierdoor leek vorige week een doorbraak aanstaande over het verbod op kunstgras in de Eredivisie met ingang van het voetbalseizoen 2020/2021. Het idee is er nog steeds, maar een definitief besluit erover zal nog even op zich moeten laten wachten. De clubs hopen een allesomvattende akkoord te kunnen bereiken op de najaarsvergadering in december 2018.