Sjaak Troost moet de Feyenoordcultuur gaan bewaken in de raad van commissarissen bij Feyenoord. De voormalig speler van de club wordt binnen enkele weken geïnstalleerd in de raad.
Troost bewaard goede herinneringen aan zijn tijd bij Feyenoord, zeker over de Klassieker. “In de jeugd werd het er met de paplepel ingegoten. Tegen Ajax moest je er staan”, aldus Troost in gesprek met De Telegraaf.
“Mijn laatste Feyenoord-Ajax! Man, wat heb ik daar een warme herinneringen aan. Die was zo heroïsch, zo mooi dat ik hem nooit meer kan vergeten. We schakelden Ajax uit in de beker en het was de laatste keer dat ik de Klassieker zou spelen”, zegt Sjaak Troost.
“In de eerste helft zaten we er bovenop, we waren oppermachtig en we namen via Marian Damaschin terecht de leiding. We waren beter dan Ajax, maar in de tweede helft draaide het om. Ajax voerde de druk op en wij konden in die fase niets meer doen dan ballen wegrammen en keihard verdedigen. Het was aan het slot van mijn carrière en ik zeg nu eerlijk dat ik in de laatste tien minuten op mijn tandvlees liep. Ik dacht bij mijzelf, hoe haal ik in vredesnaam het einde?”
Taument bracht met een fantastisch actie Feyenoord lucht waardoor het de overwinning over de streep trok. Troost: “Je wilt niet weten wat er toen door ons team heen ging. Een siddering van geluk bij iedereen. De ontlading was gigantisch, maar vooral bij mijzelf.”
Troost met meer dan 400 wedstrijden voor Feyenoord werd ook wel ‘oer-Feyenoorder genoemd. Met de Ajacieden kon hij bij Oranje wel lachen. “Geweldige jongens, dat meen ik echt.” Alleen werd hij gek als hij ze daarna voor hun club op televisie hoorde praten voor een camera. “Dan waren het zulke, ongelooflijk zelfverzekerde mannetjes. Amsterdamse bluf in een Ajax-shirt. Ik schoot er zelfs van in de lach. ’Joh, ik ken jou, je spoort niet dat je dit allemaal roept’, dacht ik dan.” Troost begint weer te grinniken.
Troost ziet daarin het grootste verschil tussen Ajax en Feyenoord. “Dat verandert nooit meer. Het is de cultuur van Ajax, waar ze zich de besten vinden. Zoals in het dna van Feyenoord een bepaalde werkethiek zit. Maar intussen is wel gebleken dat we met onze opleiding, vooral door spelertjes heel vroeg goed op te leiden, ook bij Feyenoord geweldige talenten hebben geproduceerd voor het eerste elftal. En er zit wellicht nog meer in.”
Troost had daarna diverse functies bij Feyenoord. Pas in 2006 stapte hij over naar het bedrijfsleven, dat deed gaf hem nieuwe energie. Over enkele weken treedt hij weer in dienst bij Feyenoord. Toch is hij de club altijd op de voet blijven volgen. Naar het eerste elftal heeft hij de laatste jaren vooral als supporter gekeken. “Het elftal heeft mij vaak verbaasd. Dit seizoen zijn er wedstrijden die eindigen in een gelijkspel, waarbij je weet dat Feyenoord makkelijk kon winnen. De verbazing zat hem hierin: als de ploeg een slechte serie kende en je in de volgende partij de genadeklap verwachtte, leverde Feyenoord weer een topprestatie. Die veerkracht is symbolisch voor Feyenoord.”
Troost weet hoe het werkt bij Feyenoord. Feyenoord is van iedereen, daarom moeten mensen om kunnen gaan met kritiek. “Het elftal kan echt nog beter, maar er staat wel iets waarop kan worden gebouwd. Feit is dat Feyenoord geen makkelijke club is om tegen te spelen.”