Feyenoord heeft ineens weer een nieuw talent op de linksback. Uit nood geboren moest Tyrell Malacia zijn debuut maken tegen Napoli. De 18-jarige verdediger kwam in beeld toen Ridgeciano Haps en Miquel Nelom geblesseerd raakten. Hij kijkt tevreden terug. ‘Een mooier en bijzonderder debuut dan dat kon ik me niet wensen.’
Malacia blikt terug op zijn debuut. ‘Ik zou die dag eigenlijk met Onder-19 tegen Napoli spelen in de Youth League’, kijkt Malacia terug in gesprek met VI, ‘en daarop verheugde ik me al heel erg. Maar toen raakte Miquel Nelom geblesseerd en Ridgeciano Haps was dat al. Trainer Giovanni van Bronckhorst nam mij vervolgens op in de wedstrijdselectie en vertelde op de wedstrijddag dat ik zou beginnen. In de catacomben keek ik om me heen naar die spelers van Napoli; Hamsik, Mertens, Callejón… Toen voelde ik wel spanning. Ik dacht: Het gaat nu écht gebeuren, laat die wedstrijd zo snel mogelijk beginnen. Op het moment dat de scheids floot voor de aftrap, zocht Napoli met een lange pass mijn zone, maar ik controleerde die bal meteen goed en alle spanning gleed van me af. Het publiek gaat dan meteen achter je staan, die steun voel je gewoon. Ik heb gespeeld zoals ik dat altijd doe. En dat ik dan tegen Callejón stond, maakte mij niet uit. Ik had hem bestudeerd, wist dat hij veel naar binnen trok en heb daarop geanticipeerd.’
Malacia wist dat hij moest wachten op zijn kans. ‘Als de kans komt, moet je ’m grijpen. Ik heb er echt op gewacht. Je ziet dat steeds meer jongens om je heen hun debuut maken en dat triggert, dat wil je zelf ook. Als je dan vervolgens mag meetrainen met het eerste team, is dat in het begin wel spannend. Kun je het niveau aan? Gelukkig stelde ik mezelf wel gerust tijdens de trainingen, ik bleek mee te kunnen, al was het zeker in het begin wel aanpoten. Het tempo ligt veel hoger en vooral de handelingssnelheid moet omhoog. Maar ik paste me snel aan.’
Groot voordeel voor Malacia is dat trainer Giovanni van Bronckhorst hem veel bij kan brengen. ‘Hij is natuurlijk zelf ook back geweest en weet wel hoe je die positie moet invullen. De trainer geeft me vaak kleine tips, over details, die me dan net helpen beter te worden. Hij legt ook uit wat ik moet doen als een buitenspeler zus of zo beweegt. Tegelijkertijd loopt een wedstrijd altijd anders. Vaak gebeurt niet wat je verwacht en moet je zelf ook kunnen anticiperen op wat je directie tegenstander doet. Trekt-ie veel naar binnen, geef ik ’m dan over en zo ja: wanneer? Wat is het moment dat ik moet doordekken? Zulke momenten kun je niet vooraf bepalen, je moet je instinct volgen.’
Malacia is een echte Rotterdammer. ‘Ik groeide op naast het Feyenoord-stadion’, zegt hij, ‘en ben begonnen met voetballen bij DHZ. Daarna ging ik naar Overmaas en schreef ik me in voor de Feyenoord-talentendagen. Ik mocht blijven en ben nooit meer weggegaan. Alles heb ik doorlopen op Varkenoord, van de E’tjes tot nu de A-selectie. Dat vind ik wel bijzonder. Als jeugdspeler van Feyenoord krijg je een seizoenkaart, dus net zoals iedereen zat ik iedere thuiswedstrijd op de tribune. Zo krijg je vanzelf de motivatie zelf op dat veld te willen spelen. Als je op Varkenoord trainde, zag je altijd De Kuip staan. Voor mij werkte dat echt als een prikkel.’
Malacia is als kind van nu onderdeel van het eerste van Feyenoord. Daar heeft hij hard voor gewerkt. ‘Ik heb veel in mezelf geïnvesteerd, krachthonk in, werk verzetten. Ik train al zomers lang extra voor mezelf met mijn oom. Je merkt nu dat het helpt, qua inhoud. Dat is de les. Als je hard blijft werken, volgt de beloning vanzelf. Maar ik besef meteen dat ik er nog niet ben. Dit is pas het begin. Feyenoord heeft met Haps en Nelom twee goede backs, maar ik heb kunnen laten zien dat ik er sta als de trainer me nodig heeft.’