2017 was in veel opzichten een succesvol jaar voor Giovanni van Bronckhorst. De hoofdtrainer won met Feyenoord de landstitel en mocht zijn coachingskwaliteiten vervolgens laten zien in de Champions League. Het had allemaal echter ook anders kunnen lopen, aangezien de Rotterdammers door de de verliespartij tegen Excelsior in de voorlaatste wedstrijd van het seizoen slechts één nederlaag verwijderd waren van de tweede plaats. Van Bronckhorst sprak met het [i]NRC[/i] over de deceptie op Woudenstein.
'Iedereen was na de zege bij Vitesse al in kampioenssfeer', vertelt 'Gio'. 'Ik weet nog dat we zaterdag bij de Kuip vertrokken naar het hotel en er een busje stond van de bloemist die alle bloemen al naar binnen bracht. Ik zei tegen Jean-Paul van Gastel: kijk nou, ze zijn de bloemen voor morgen al aan het uitladen. Kom dan later, spelers zien dat ook. Het is geen verwijt, het was voor de organisatie ook nieuw.'
'We waren in achttien jaar geen kampioen geworden, voor iedereen was het eigenlijk het eerste kampioenschap', legt Van Bronckhorst uit. 'We deden er een kwartier over om van de stoplichten naar het stadion van Excelsior te komen. Dat wilde ik niet meer.'
Feyenoord ging uiteindelijk met 3-0 onderuit tegen de stadgenoot en moest het kampioensfeest daarom een week uitstellen. Om een tweede nederlaag te voorkomen, werd in voorbereiding op de thuiswedstrijd tegen Heracles een andere aanpak gehanteerd. 'We probeerden alles weg te houden bij de groep. We zijn heel vroeg vertrokken bij het hotel, al om elf uur, we speelden om half drie. De sfeer is ons helemaal ontgaan. We kwamen hier bij het stadion aan en er was bijna niemand. We konden hier gewoon onze voorbereiding doen, activatie, sportmaaltijd. Dat was perfect.'
'Het had de grootste deceptie in de geschiedenis van de club kunnen worden, maar het werd een fantastisch en bevrijdend jaar', concludeert de hoofdtrainer. 'Dat is het verschil.'