Jean-Paul Boëtius, kind van Varkenoord kende een dipje na een goede nieuwe start bij Feyenoord. In zijn nieuwe periode blij de club van Zuid, heeft de speler een andere rol, zellfs een mentorrol. 'Kritiek hoort erbij natuurlijk, maar als je dat nog nooit hebt meegemaakt, dan moet jedaar even mee leren omgaan', zegt hij tegen de [i]Telegraaf[/i].
'De eerste keer dat er kritiek van de tribunes kwam schrok ik', zegt de buitenspeler over zijn debuutjaren bij Feyenoord. ' Ik was niet eens teleurgesteld, het was een bijzondere ervaring. Ja, op Varkenoord speelde ik ook wel eens een slechte wedstrijd, maar dan waren er drie mensen die er iets van zeiden: mijn trainer, mijn vader en mijn moeder. Nu laten 50.000 man het in de Kuip weten als ze niet tevreden zijn'. Jongens als Tyrell Malacia en Dylan Vente zullen daaraan moeten wennen, meent Boëtius.
'Ik merk dat wij, de wat oudere jongens, die gastjes op sleeptouw willen nemen. Een daar word je zelf weer een beetje meer volwassen van. Voetbal ik met een stel dertigers, dan ben ik de jongste. Dan ben je ook wat terughoudender. Nu besef ik dat juist ik een voorbeeldfunctie moet vervullen voor de nieuwelingen'.
De speler heeft geen spijt van zin vroegere vertrek naar FC Basel in Zwitserland. Maar de liefde voor Feyenoord is altijd gebleven. Nu concurreert hij met Sam Larsson en staat hij soms in de spits. Dat kan frustrerend zijn: 'Tegen City met zo'n Mangala is het ook geen feest. Als er ruimte ligt, wat in andere wedstrijden wel het geval was, is het fijner voetballen als spits. Maar het is nog steeds niet mijn favoriete positie en de trainer weet waar mijn voorkeur ligt. Hij ziet me ook nog steeds als linksbuiten'.