Samba Sam: 'Ik ga hier de beste Larsson worden'
Sam Larsson (24) heeft zich stilletjes in de basis gespeeld bij Feyenoord. Samba Sam zoals zijn bijnaam al luidt sinds zijn tiende heeft Jean-Paul Boëtius, die goed aan het seizoen begon, naar het tweede plan verdreven. Larsson is zich er echter van bewust dat het nu pas begint.
Larsson is zeker niet de eerste Zweed. In gesprek met Voetbal International gaat het al snel over voormalig Feyenoorders. ‘Ove? Ove Tjindvol? Natuurlijk ken ik die’, zegt Sam Larsson. ‘Ik was in het begin hier bijna elke dag op stap met Jan Mastenbroek, die ons overal mee heeft geholpen. Hij is zijn beste vriend. Als je als Zweed bij Feyenoord komt, weet je meteen wat Ove Kindvall hier betekende en betekent. Ik heb hem nooit zien spelen, maar ik weet wie hij is. Of ik weet wie na hem en Harry Bild de meest scorende Zweed hier was? Henke Larsson?’ Zijn gezicht staat al vanaf het eerste woord op ernstig, maar nu lachen zijn ogen als hij met uitgestreken gezicht branie toont. ‘Maakte hij 26 doelpunten? Moet mij ook lukken. Ove kan ik niet meer inhalen, maar ik ga hier de beste Larsson worden.’
Larsson kende een moeizame start in Rotterdam. ‘Ik kwam natuurlijk als laatste binnen, toen de voorbereiding er al op zat. We hebben het als team erg zwaar en moeilijk gehad. Ik hoop dat we nu de goede weg weer te pakken hebben.’ De eerste stap werd gezet in Groningen. ‘Daar voelde het al zo goed dat we eindelijk weer eens wonnen. Soms snap je het gewoon zelf niet meer. Iedere wedstrijd zo veel kansen en steeds weer puntenverlies. We vochten elke wedstrijd voor die tweede treffer, maar steeds lukte het niet en daarom blijf je bezorgd. Als je zo vaak aan het kortste eind trekt, dan weet je het gewoon niet meer zeker. Ja, pas als de scheidsrechter affluit.’
Larsson scoorde direct bij zijn debuut. ‘Het was een lange run over het hele veld. Hun keeper was mee naar voren gegaan, het doel was leeg. Ik zag Steven Berghuis naast me mee rennen, maar het had er stom uitgezien als ik de bal had afgegeven. Ik was frisser dan mijn tegenstander, ik had die bal gewoon in het doel kunnen rennen. Het was een lelijke goal. Het zal wel raar klinken, maar daardoor was ik er extra blij mee. Een van mijn doelstellingen is meer lelijke doelpunten te gaan maken.’
Larsson was de enige speler die tegen Swift liet zien dat hij zich wilde bewijzen. ‘Mijn eerste hattrick als prof’, vervolgt Larsson. Hij scoorde uit een vrije trap, dat komt niet vaak voor bij Feyenoord. ‘Maar daarna heb ik er zes over geschoten’, zegt hij grimmig. ‘Daar baal ik verschrikkelijk van, want ik ben gek op vrije trappen. Ik blijf al heel lang na de trainingen er altijd op oefenen. In Heerenveen had ik veel tijd, ik denk dat ik mijn meeste tijd in Nederland op het veld heb besteed aan het nemen van vrije trappen. In Zweden ging ik altijd voor de zwabberbal, maar dat leverde te weinig doelpunten op. Nu schiet ik meer met de binnenkant van mijn voet, dat bevalt goed.’
Larsson kreeg een hoop over zich heen afgelopen zomer. Zo zou hij een enfant terrible zijn, maar hij zegt dat zijn familie er meer last van had dan hij zelf. ‘Het is wel verbijsterend wat er ineens over je wordt geschreven en gezegd. Er kwam zo veel onzin in de media en de clubleiding van Heerenveen ging daar echt niet altijd even netjes en goed mee om. Ik heb keurig mijn mond gehouden. Het begon allemaal op het moment dat ze meer geld voor me wilden. Volgens mij zaten we gewoon op één lijn: ik wilde weg en zij wilden verkopen. Dus het was voor mij raar dat het zo werd uitgespeeld, dat was in elk geval niet mijn intentie.’ Ook Feyenoord leek af te haken, Martin van Geel schrok van de 7 miljoen en zette zijn zinnen op Jean-Paul Boëtius. Feyenoord keerde na de zomer terug en ineens was de vraagprijs gehalveerd. ‘Zó fijn dat ik eindelijk hier toch terechtkwam. Feyenoord had zich inderdaad al in het begin van de zomer gemeld, net zoals veel andere clubs. Maar Heerenveen wilde elke keer veel te veel geld. Doodzonde, want het was zo onnodig, iedereen wist wat de prijs ongeveer moest zijn. Maar ja, dat is voorbij.’
‘Natuurlijk kom je met betere spelers te trainen. Iemand als Nicolai Jørgensen is echt niet alleen mens, maar ook beest. Zo fanatiek, zo sterk. Karim El Ahmadi is indrukwekkend, ach, we hebben enorm veel kwaliteiten. Het fijne is dat je hier meestal veel meer controle hebt, waardoor ik vaker in de gebieden kom waar ik mijn specifieke kwaliteiten kan benutten. Bij Heerenveen werd dat steeds moeilijker, op een gegeven moment kende iedereen ons spel en hadden we zelf geen Plan B. Dan wordt het lastig te excelleren. Van druk heb ik geen last. Ja, van de druk die ik mezelf soms opleg. Ik ben altijd erg streng voor mezelf. Dat de druk in de top daarbij komt, helpt me alleen maar, denk ik. Mijn interne druk is sowieso hoger, maar gecombineerd met de druk bij deze club met die enorme aanhang hoop ik dat het positief gaat uitwerken.’ Larsson kent de verhalen ook over spelers die bezweken onder de druk van De Kuip. ‘Daar heb ik geen last van. Je kunt hier voelen wat het betekent, zodra je de tunnel uitloopt. Ik vond het met Heerenveen al prachtig in deze entourage te spelen. Maar het is natuurlijk nog veel mooier als je ze in je rug hebt.’
Larsson lijkt dan ook een belangrijke schakel te worden in de basis elf van Feyenoord. Na de winterstop lijkt Feyenoord eindelijk in de sterkste opstelling te kunnen beginnen. Larsson draagt nummer 11 en zijn naam wordt steeds vaker gescandeerd vanaf de tribune. ‘Dat nummer 11 is mooi, maar als je kijkt naar de kwaliteiten, wacht ons allemaal een dagelijks gevecht voor je plaats. Zo moet het ook zijn bij een club als deze. Je moet altijd op de toppen van je kunnen presteren en die onderlinge competitie maakt je beter.’
Grinnikend staat hij op om zich te melden voor de activatietraining. Hij neemt een laatste slok water. ‘Ik wil een lelijke speler worden. Mooie kop, toch?’