Feyenoord heeft zichzelf gisteren eindelijk beloond in de Champions League. Na vijf wedstrijden zonder zege wonnen de Rotterdammers gisteravond met 2-1 van SCC Napoli. Jeremiah St. Juste kopte in de blessuretijd Feyenoord op voorsprong.
Feyenoord verdiende met een overwinning anderhalf miljoen euro, maar het belangrijkste leek voor de spelers vooral de bevestiging dat Feyenoord echt gegroeid is. Dat Feyenoord op het moment van scoren met tien spelers in het veld stond na de rode kaart van Tonny Vilhena, dat maakte de overwinning extra zoet, dat schrijft het Algemeen Dagblad.
Feyenoord begon de wedstrijd, zoals dertien keer eerder, slecht door binnen twee minuten de bal uit de goal te halen. Voor Kenneth Vermeer, die gisteren een kans kreeg wedstrijdritme op te doen, was het de eerste keer. Diezelfde Vermeer bleek mentaal sterk en behoedde Feyenoord niet veel later voor een grotere achterstand door een knappe redding toen Dries Mertens alleen voor hem opdook.
Napoli had vooraf nog een kleine kans om door te gaan, maar Feyenoord weigerde mee te werken en ook in Oekraïne liet Shachtar Donetsk weinig te wensen over. Feyenoord kwam op gelijke hoogte door Nicolai Jørgensen, die een scherpe voorzet van Steven Berghuis prima binnenkopte. Feyenoord zag daarnaast ook Tyrell Malacia prima spelen. De linksback moest opdraven omdat Ridgeciano Haps en Miquel Nelom geblesseerd waren en deed dat prima.
De wedstrijd tegen Napoli zal Feyenoord een boost geven in het vertrouwen voor de wedstrijd van aankomende zondag tegen FC Utrecht in de Galgenwaard.