Fred Rutten stelde enige tijd geleden dat de top drie in de competitie leidend moet zijn in opleiding van jeugdspelers. De Telegraaf bezoekt daarom de grootste opleidingen van Nederland en sprak ook met Feyenoorder Cor Adriaanse. Adriaanse ziet de nieuwe trainingsaccommodatie bij Feyenoord graag komen, maar weet ook dat het niet zaligmakend is. Adriaanse baggert al 22 jaar door weer en wind naar Varkenoord en heeft nooit geklaagd over de omstandigheden.
De trainingsaccommodatie is welkom, maar Adriaanse weet hoe de vork in de steel zit. “Op het veld moet het gebeuren”, zegt de jeugdcoach. “Als ik samen met Uli (van Gobbel) en Arnold (Scholten) met die gasten bezig ben, zoals vandaag, geniet ik. Op het veld moet je dingen aanreiken. En daar heb je mensen nodig die er verstand van hebben.”
Adriaanse was afgelopen WK in Brazilië een trotste man. Van de twintig veldspelers hadden er elf een Feyenoordachtergrond. Nederland werd derde op dat WK en dat maakte Adriaanse, die al de elf spelers heeft getraind, trots. Je zou denken dat iemand met zoveel invloed ook gevraagd zou zijn om mee te denken over ‘Winnaars van Morgen’ van de KNVB. Adriaanse schudt het hoofd als het er over gaat. “Nee, ik niet. En volgens mij Wim Jansen ook niet”, laat Adriaanse duidelijk weten dat hij geen uitnodiging heeft gehad.
Adriaanse gaat dan bij Feyenoord ook op dezelfde manier door met opleiden. “Ze stromen hier al voor hun zevende jaar binnen. Alle gescoute talenten worden bekeken. Tijdens de laatste sessie zijn wij (bovenbouwtrainers, red.) er ook bij.” Adriaanse: “De mensen die deze talentjes al zo vroeg ontdekken en die daar in de onderbouw mee aan de slag gaan, zijn ook specialisten. Daar moet je mij niet bijzetten. Maar zo vullen we elkaar aan binnen Feyenoord. Didactische trainers met ex-profs. Het beste van onze opleiding is de samenwerking en de liefde voor het vak van opleiden die een grote, vaste kern al heel lang heeft.”
Dit jaar heeft Adriaanse als trainer van Feyenoord O19 te maken met de Youth League. Net als het eerste elftal reizen ze naar Engeland, Oekraïne en Italië. Toch staat diezelfde Adriaanse ’s ochtends om negen uur ook te assisteren bij Feyenoord D1. “Mooi, joh. Leer je karakters van die gastjes al kennen.”
Adriaanse is dan ook van mening dat spelers eigenlijk al zo vroeg mogelijk aan moeten sluiten in de opleiding. Spelers die op hun veertiende pas de overstap maken lijken in het begin aan te kunnen haken. “Daarna schrikken ze van de intensiteit van de trainingen, week in, week uit. Ze lopen op de toppen van hun tenen en vervolgens raken ze geblesseerd. Komen ze op veel jongere leeftijd, dan zijn ze al jaren gewend aan de intensieve manier van trainen en voetballen tegen Ajax of PSV. Ze zijn bovendien gewend om elke dag tegen de besten te trainen.”
Adriaanse leeft voor het jeugdvoetbal en staat daarom ook wanneer er om gevraagd wordt bij andere elftallen mee te coachen. Dit is ook belangrijk voor de kennisoverdracht op jonge trainers. | Je hebt in topvoetbal verschillende type trainers. Ze krijgen een diploma in Zeist, maar daarna moeten ze vlieguren maken. Ze moeten hun weg vinden en het vak leren. Daarbij moeten ze worden geholpen.” Dat doet hij veelvuldig. “Mits ze er voor openstaan.”
Adriaanse betreurt ook dat Van Gobbel niet toegelaten wordt om het diploma Trainer Coach I te halen. “Niet toegelaten, terwijl een willekeurige district-trainer wel wordt toegelaten. Uli staat elke dag op het veld, doet alles bij het elftal onder 19! Hij heeft een schat aan ervaring, heeft op een WK gespeeld en is niet zomaar komen binnenwaaien. Hij is bij de kleintjes begonnen met trainen en heeft het helemaal opgebouwd. Dat soort trainers zijn goud waard voor toptalenten.”
“Goede trainers kunnen spelers beter maken. Goede trainers kunnen ook jonge trainers beter maken. Als ik bij Feyenoord ergens tegen aanliep, ging ik naar Wim Jansen. Wim is er nog steeds. Hij staat niet meer op het veld, maar maak gebruik van hem! Hij heeft een oplossing voor elk voetbalprobleem en hij laat je nadenken.” Adriaanse zal in toekomst steeds meer de rol van Wim Jansen aannemen. Jonge trainers lopen ook graag in de buurt bij Jansen. “Als een jonge trainer iets aardigs heeft, geef ik hem alle ruimte. Dan haal ik hem zelfs bij het onder 19 elftal erbij.”
Adriaanse weigert dan ook om de werkwijze te veranderen. “Ik zeg je dat de talenten er nog steeds zijn. Ze hebben alleen houvast nodig als ze in een eerste elftal komen. Die is er niet altijd. De jongens die wij lieten doorstromen hadden Ronald Koeman gelukkig als trainer. Die zat er bovenop en gaf ze steun.”