Feyenoord wil Sofyan Amrabat graag inlijven als nieuwe middenvelder. Amrabat zelf wil heel graag naar Feyenoord. Voetbal International ging ingesprek met Sofyan en zijn broer Nordin. ‘Je kunt in het leven vechten of vluchten. Ik ben een vechter.’
VI sprak met de broers bij Nordin thuis. Nordin speelde op een aardig hoog niveau en heeft heel wat shirts hangen in zijn inpandige bioscoop. Lionel Messi, Christiano Ronaldo, Gareth Bale ze hangen er allemaal. ‘Middelmaat komt er niet in’, lacht Nordin Amrabat. ‘En zie je die muur daar, Souf?’, lacht Nordin. ‘Die heb ik gereserveerd voor jouw shirts als je straks met Feyenoord in de Champions League speelt. Ja, hij is klaar bij FC Utrecht en moet nu een stap maken, zet er maar in dat ik dat zeg. Je wilt toch naar Feyenoord, Souf?’
‘Ja’, bevestigt Sofyan Amrabat. ‘Ik denk dat ik als speler en qua persoonlijkheid goed bij Feyenoord zou passen. En ik wil die Kuip meemaken, hè. Toen we onlangs met FC Utrecht het veld op kwamen voor de warming-up, zat het al helemaal vol. Had ik nooit eerder meegemaakt. Ik denk dat het stadion ze toen heeft geholpen. Wij hadden onze zaken goed voor elkaar, kregen een paar goede kansen, maar toen Feyenoord scoorde, ontplofte alles. Bij FC Utrecht heb je dat ook, dat zag je tijdens de play-offs tegen AZ toen we die 3-0 nederlaag uit de eerste wedstrijd wisten om te buigen. De fans speelden daarin ook een grote rol, zoals dat ook bij Feyenoord gebeurt.’
Sofyan weet wat hij wil, maar weet ook dat FC Utrecht er voor heeft gezorgd dat hij de kans krijgt. ‘FC Utrecht is met Feyenoord in gesprek. Ik ga ervan uit dat ze er samen uitkomen zonder gedoe. Dat vind ik belangrijk. Ik ben opgegroeid bij FC Utrecht, die club heeft me alle kansen gegeven. Ik wil op een goede manier vertrekken.’ Hij zal geduld moeten hebben. ‘Kost me geen moeite, momenteel heb ik toch ook niks beters te doen. Ik zit in de laatste week van de ramadan.’
De gebroeders Amrabat hebben veel order en discipline. ‘Bij ons thuis was er maar één de baas: mijn vader. Een regime wil ik het niet noemen, maar streng was het wel. Hij zei altijd tegen mij en mijn drie broers: “Ik wil geen kattenkwaad, politie voor mijn deur of andere problemen”. Weet je wat onze gevoelige snaar was? De woorden: Ik ga je vader bellen. Op school hadden we een Marokkaanse leraar die bijles gaf. Áls we al een keer vervelend waren, hoefde hij alleen maar met zijn hand een telefoongebaar te maken en we waren stil. Ik mocht niet eens naar het dorp toe. Kijk, ik kon me wel gedragen, maar als ik met jongens was die daar meer problemen mee hadden, straalde het ook af op mij. Mijn vader wilde geen gelazer. Hij was dertien toen hij naar Nederland kwam, sprak de taal niet, maar heeft met hard werken een keurig bestaan opgebouwd. Dan wil je dat niet laten verzieken door een paar losbandige zoons.’
Zowel Sofyan als Nordin zijn profvoetballer, maar een voetbalfamilie is het niet. ‘Voetbal stond niet op nummer 1. Nordin speelde bij Ajax in de jeugd, voor veel mensen is dat heel wat. Alleen telde voor mijn vader een schooldiploma zwaarder dan dat. Ajax, leuk allemaal, maar wat ga je doen als je het daar niet redt? Ikzelf kon lekker voetballen als kind, alleen hoefde ik er niet op te rekenen dat ik lid mocht worden van Zuidvogels, de club hier in het dorp. Eerst mijn zwemdiploma halen. Mijn vader was een echte diplomajager, hij vond dat zó belangrijk. En als je nu kijkt: wij, mijn broers en ik, hebben allemaal hun diploma. Nordin heeft het hbo afgemaakt, ik mbo, een broer runt zijn eigen loodgietersbedrijf en de andere werkt bij een ingenieurskantoor. We zijn eigenlijk allemaal goed terechtgekomen, ik denk dat mijn vader daar oprecht trots op is.’
Amrabat heeft er alles voor over. ‘Ik wil de absolute top bereiken. Of ik er goed genoeg voor ben, zien we later wel, maar ik stop er in ieder geval alles in. Elke dag opnieuw: van letten op mijn voeding, extra arbeid op het veld – afwerken op doel, trappen met links en rechts, et cetera – tot coretraining in de gym. Ik ben nog steeds niet voor vijf uur thuis, terwijl – als ik daar zin in zou hebben – ik om half twee in de stad kan gaan zitten om te lunchen of wat dan ook. Maar ik weet dat ik dan niet verder kom. Ik ben ’s avonds helemaal kapot. Na het eten ga ik snel naar boven om wat televisie te kijken; in elk geval Goede Tijden, Slechte Tijden, dat is vaste prik. En daarna gaan de lampen uit. Ik moet Ten Hag hiervoor de credits geven. Hij heeft de hele cultuur bij FC Utrecht dusdanig veranderd, dat ik op deze manier mijn vak kan uitoefenen. Want dat is het wél, een vak. A way of life, zegt de trainer zelf. Profvoetbal doe je er simpel gezegd niet effe bij.’
Amrabat is een jaar basisspeler, waarom zou hij niet langer bij Utrecht blijven? ‘Omdat ik er nu al klaar voor ben. Voor Feyenoord. Die bevestiging voelde ik tijdens de topwedstrijden tegen Feyenoord, PSV en Ajax. Ik heb laten zien dat ik niet onderdoe voor de top in Nederland. En bij het Marokkaanse elftal trainde ik met jongens uit de grote competities, Champions League-niveau en daar haakte ik ook aan. De bondscoach had mij in eerste instantie alleen opgeroepen voor erbij, ik zat niet eens in de voorselectie, ik was back-up voor de back-up. Maar tijdens de trainingen zette ik de toon en kwam Hervé Renard naar me toe. “Jij start tegen Tunesië”. Een niveau hoger prikkelt mij alleen maar, dan móét je erin mee en ik weet: ik gá erin mee, al heb ik dat wel moeten leren.’