Jan-Arie van der Heijden is nu een van de steunpilaren in de verdediging van Feyenoord. In het begin had hij het lastig in Rotterdam, maar dit seizoen heeft hij zich goed ontwikkeld.
Van der Heijden speelde in de jeugdopleiding van Ajax. 'Hij was vooral in de A1 een van de beteren, maar stond daarna een beetje stil,' vertelt jeugdtrainer Gery Vink in De Volkskrant. 'Jan-Arie was technisch briljant, maar had geen snelheid. Op en top prof, die jongen. Leergierig, sociaal en slim. Hij had alles op orde. Ik heb nog nooit een jeugdspeler gezien met zo'n nette voetbaltas. Toilettasje links, twee paar keurig gepoetste voetbalschoenen rechts en speciale vakjes voor zijn insuline, dextro en zo.’
Dat Van der Heijden dit seizoen een transformatie heeft ondergaan heeft mede te maken door de uren die hij doorbracht in een oude loods in de schaduw van De Kuip. 'Nederlandse voetballers zijn Houten Klaasen,' zegt Errol Esajas, eigenaar van het bewegingscentrum. 'Daar moet je mee aan de slag. Je moet die motoriek ontwikkelen! Ik word doodmoe van trainers die zeggen dat spelers niet sneller kunnen worden.’
'Ik heb hem eerst losgemaakt, veel laten stretchen en daarna allerlei trainingen met hem gedaan om hem sneller en weerbaarder te krijgen. Jan-Arie hoeft echt voor niemand bang meer te zijn.'