Jørgensen: 'Mijn tijd hier is far from over'

Feyenoord heeft dit seizoen veel profijt van het aantrekken van Nicolaï Jørgensen. De Deense spits is topscorer van de Eredivisie en ook nog eens de ‘most valuable player’ van de Eredivisie. Het kan snel gaan. “Pfff, negen maanden Feyenoord. Wat is dat snel gegaan. Ja, natuurlijk herinner ik me ons eerste interview”, aldus Jørgensen in gesprek met Iwan van Duren van Voetbal International. Jørgensen merkt hoe hecht de club is. Met het verlies van de moeder van Vilhena en de oma van Van Bronckhorst werd dat onderstreept. Feyenoord verloor in Deventer na de moeilijke periode voor de wedstrijd, tegen ADO Den Haag wonnen ze, voor ‘Gio’. “In Deventer werd de afwezigheid van én Karim én Tonny ons even te veel. Zij zijn zó belangrijk voor ons. Als we een van de twee missen, voelen we het al, omdat ze zo belangrijk zijn voor de balans. Laat staan als je ze allebéí mist. Zij controleren de wedstrijden voor ons. Zij weten hoe de balans te vinden tussen drukken en terugtrekken, zij zijn de mannen die aan de touwtjes trekken en de druk op de ketel als het ware regelen. En ze worden beter en beter. Het zou mooi zijn als ze volgend jaar allebei weer hier zouden zijn.” Jørgensen wil zichzelf vooral nog niet belangrijk noemen. “Ik belangrijk? Ik moet het vooral veel beter doen. Ik ga pas echt terugkijken als we iets hebben gewonnen. Ik wil niet meer verliezen met deze ploeg. Dat trek ik niet. Na de wedstrijd in Deventer heb ik twee dagen nauwelijks geslapen. Ik pakte misschien een uur of twee uur. Ik zat zo kapot. Dat was verschrikkelijk. Oh mijn god, als ik daar nog aan denk word ik al ziek. Ik moest de dag daarna naar Denemarken om me bij de Deense selectie te melden. Veel te veel tijd om na te denken dus. Het was vooral de manier waarop we verloren. We hebben ons doodgevochten. Er was niets mis met de mentaliteit, we gaven echt alles en dat deed juist zo’n pijn. Want wij weten dat we het betere team zijn. Ik was gefrustreerd.” Jørgensen scoorde erop los voor de winterstop. Na de winterstop gaat het moeizaam. “Dat irriteerde me mateloos. Maar het team blijft winnen, en dus ben ik iedere keer in eerste instantie blij als ik na een wedstrijd thuiskom. Dan begint het: waarom heb ik dat niet gedaan? Waarom heb ik niet zo gespeeld? Maar ik weet dat ik weer ga hitten. Ik ben er nu zo mee bezig, dat ik weet dat ik snel weer ga scoren. Met Roy Makaay heb ik natuurlijk iemand met wie ik daar veel over kan praten. Roy is speciaal, ik snap niet eens hoe hij het deed, maar hij wist altijd waar die bal zou vallen. Dat wil ik ook leren. Ik wil leren ook de makkelijke goals te maken, want uiteindelijk telt iedere treffer aan het eind van het seizoen. Kijk naar die 5-0 thuis tegen Roda JC, waar ik vlak voor tijd nog een makkelijke treffer pakte. Die staat wél achter mijn naam en maakt me mentaal sterker.” “Ja, ja, ik weet nu wel wat een goaltjesdief is. Jij begint over de gestolen goal van Bilal Basaçikoglu. Natuurlijk wist ik dat hij al lang wachtte op zijn eerste treffer en ik hem zijn moment afpakte door het laatste tikje te geven. Maar dat was dus zo’n easy goal waar ik me op moet leren focussen. Niet denken, killen. Dan is er geen ruimte voor sentimenten. Dat leer ik van Roy en Jon Dahl Tomasson: pak iedere kans, nooit nadenken, gewoon scoren. Dat moet een spits hebben. Ik heb ook veel assists gegeven. Ik leef voor het team. Maar als ik wil leren een echte nummer 9 te zijn, moet ik genadeloos zijn. Ik heb sorry gezegd tegen Bilal en ik heb het daarna de hele week moeten horen in de kleedkamer, maar het is oké met hem, hij begrijpt het wel. Hopelijk maakt hij zijn eerste na een assist van mij, zou mooi zijn.” Jørgensen weet uit het verleden dat een voorsprong in punten niets zegt. “We kunnen niet relaxen, deze titelrace is volkomen krankzinnig. We haalden tot afgelopen zondag gemiddeld 2,6 punten per wedstrijd, daarmee zou je overal kampioen worden. Niet hier dus. Feyenoord en Ajax zijn de twee sterkste ploegen in de League. Wat er tussen ons gebeurt is bijna waanzinnig. Ik vind dat prachtig. Ik heb nog nooit zoiets spectaculairs gezien, waarbij twee ploegen bijna alles winnen. Zelfs nauwelijks treffers incasseren. Wij hebben soms geluk, zij hebben soms geluk. Ik denk dat we in Denemarken met dit puntenaantal al bijna kampioen zouden zijn. En we hebben nog negen duels te gaan. Voor de fans en het grote publiek in Nederland moet het geweldig zijn deze race te volgen. Ik kan me niet eens voorstellen wat er gebeurt als het einde echt nabij is. Tegen PSV voelde ik het stadion exploderen, gewoon bewegen. En dan moeten we nog twee maanden.” “Vertelde Brad Jones al dat hij de sfeer in De Kuip nog heftiger vond dan bij Liverpool? Voor mij is Feyenoord een crazy club met zoveel passie, de support is echt ontroerend. Zelfs toen PSV scoorde, kwam er meteen weer een muur van geluid achter ons. Dat maakt je zo sterk. Het is soms best lastig dan weer uit te spelen in kleine stadions met veel minder entourage. Dat is mentaal oppassen. Helemaal met dat afschuwelijke kunstgras. Wat heb ik daar een hekel aan. Dat veld bij ADO was misschien wel het slechtste veld waar ik ooit op heb gespeeld, ze hadden het ook niet gesproeid. De bal stuitert anders, de snelheid is anders. Kunstgras is slecht voor je lijf, het is net zaalvoetbal.” “Ik topscorer? Het blijft apart klinken. Ik scoorde altijd wel, maar topscorer? Misschien is dat het begin van een nieuw hoofdstuk, ontdek ik mijn nieuwe ik hier. Naar Feyenoord komen, was de start van een nieuw avontuur. Ik koos voor Feyenoord omdat ik de kans zag elke week te spelen. Nu speel ik elke minuut. Ik ben hier al populairder aan het worden dan in Kopenhagen. Ik zie Deense vlaggen, hoor mijn naam. Dat maakt me trots voor mijn familie. Het is zo opwindend voor een club met zoveel passie te spelen. Dat maakt me ongelooflijk gelukkig. Daarom moet ik een beetje lachen om die verhalen over interesse van buitenlandse clubs. Ik heb mijn agent verteld dat ik er niets over wil horen. Ik heb voor vijf jaar getekend en dat is het enige wat ik zeker weet. Mijn tijd hier is far from over.” “Natuurlijk weet ik dat voetbal helaas business is geworden. Dus je kunt niet altijd je lot helemaal zelf bepalen. Als ik hier over vier jaar nog speel, is alles goed gegaan. Verder is niets zeker in het voetbal. Zo naïef ben ik ook niet. Maar er is meer dan geld. Ik oog als een koele kikker, maar van binnen brandt het vuur. Dat is altijd zo geweest. Als kind belden ze van mijn club naar mijn vader: of ik niet eens kon juichen. Na een doelpunt haalde ik de bal uit het net en rende ik snel naar de middenstip om verder te gaan, dat oogde blijkbaar raar. Het is geen desinteresse, bij Feyenoord gaat het al beter, toch? Ik moet misschien eraan werken, maar ik moet ook mezelf blijven. Ik ben geen Guidetti of Pellè. Sommigen zeggen voor de grap weleens dat die zó uitgebreid juichten dat de wedstrijd daarna bijna was afgelopen. Ik snap dat supporters dat graag zien. Maar voor mij is het lastig. Ik hou er niet van in de schijnwerpers te staan. Voel ik me niet comfortabel bij. Zo juichen zou me verlegen maken. Ik ben geen twaalfjarig verliefd meisje. Ik ga liever naar de man van de assist. Ook omdat ik wil dat hij dat blijft doen. Bilal en Toornstra hebben op het moment al mijn aandacht, want zij hebben mij het vaakst bediend. Zonder hun voorzetten geen treffers voor mij.”
Reageren

Lees ook

Meer nieuwsberichten