Boëtius wilde niet naar Amsterdam: 'Ajax zal voor mij geen optie zijn'
Jean-Paul Boëtius gaat bij Racing Genk proberen zijn voetballeven een nieuw leven in te blazen. Boëtius probeerde dat bij FC Basel, maar daar zat hij het laatste half jaar alleen maar op de tribune. Nu wil Boëtius de voetbalwereld weer laten zien waar hij toe in staat is. Daar gelooft hij zelf ook in. “Je kunt me van alles beroven, maar toch niet van mijn balgevoel. Ik heb het nog steeds, geloof me maar.”
Boëtius had opties. Ajax klopte aan, PSV durfde het niet met hem aan. “Ajax heeft heel even gespeeld in de sfeer van informeren, maar toen al heb ik gezegd dat het voor mij geen optie zou zijn. Ik kan daar gewoon niet naartoe. Punt uit. Ik ga liever naar een mooie club dan naar een grote club. PSV had ik wel zien zitten, maar dat werd niks. Toch te veel twijfels of ik wel fit genoeg was en meteen inzetbaar zou zijn. Zo ging dat met meer clubs. Steeds kreeg ik weer de vraag: ‘Ben je fit en direct inzetbaar’. Ik zei ja, maar dan is het mijn woord tegen hun gevoel. Racing Genk durfde het aan, ook door het feit dat ze Leon Bailey kwijtraakten en wat moesten. En dan moet je mazzel hebben dat er een trainer zit die jou goed kent en het wel aandurft.”
Boëtius is nog altijd even opgewekt en vrolijk als in zijn Feyenoord tijd. Toch denkt vriendin Liza dat het goed is geweest om in Zwitserland even niet aan bod te komen. “Jean-Paul is even met z’n neus op de feiten gedrukt dat het niet vanzelfsprekend is dat je altijd maar in de basis staat. Je moet overal hard voor werken, voor je familie, je relatie, voor alles; niks gaat vanzelf.” Ondanks zijn geringe aantal speelminuten denkt Boëtius niet perse stil te hebben gestaan in Basel. “Voor het eerst gingen we samenwonen, moesten we alles regelen: een huis, de inrichting. We zijn elkaar echt wel tegengekomen, maar uiteindelijk krijg je echt een sterke band. Ik vind dat ook wat waard”, zo somt Liza op in de Voetbal International.
Boëtius is een van de generatiegenoten die van de gouden generatie was. Memphis, Tonny Vilhena, Karim Rekik, Kyle Ebecilio, Anass Achahbar, zo maar een aantal namen die Europees kampioen werden, zij zouden er wel komen. “We werden de gouden generatie genoemd, we dachten dat het altijd zo zou gaan, tot je simpel gezegd ouder wordt. Dan is talent alleen niet genoeg. Ieder gaat zijn eigen weg, de veiligheid van Feyenoord verdween, je komt terecht op een ander niveau met andere verwachtingen en eisen. In de jeugd kon ik bij wijze van spreken elke dag een patatje eten en op zaterdag nog beslissend zijn. Maar daarna kon dat niet meer, kreeg je te maken met allerlei randzaken, zoals aandacht, media, verwachtingen. Alles om je heen verandert. Je moet echt leren daarmee om te gaan. Ieder doet dat op zijn eigen manier, met vallen en opstaan. En soms moeten we een stapje terug doen, zoals Memphis, die van Manchester United naar Lyon gaat. Of je vertrekt vroegtijdig bij een club, zoals ik heb gedaan. Er wordt dan snel gezegd: Die jongens hebben gefaald, maar ik ben ervan overtuigd dat we uiteindelijk onze weg weer zullen vinden. Want het talent dat je hebt, kun je niet kwijtraken.”