In Enschede was het de eerste helft matigjes van Feyenoord kant. Anderhalve kans voor Feyenoord met een veldoverwicht en een paar scherpe counters van Twente was de balans halverwege. Toch had ik het gevoel dat het wel goed zou komen na de theepauze. En dat is voor een Feyenoorder een heel raar gevoel. Jarenlang hoop je tegen beter weten in dat het wel goed komt, bijna altijd krijg je het deksel op je neus.
De focus lag vooraf vooral op de teruggekeerde Karim El Ahmadi, maar een andere onderbelichte uitblinker dit seizoen komt uit Brazilië. Geen begaafd technicus a la Romario of Ronaldo, maar een geblokte reus uit São Paulo. Een John de Wolf zonder manen, een Rinus Israel zonder bril. Een verdediger zo koel, dat hij eigenlijk onmogelijk uit Brazilië kan komen. In het begin benaderd met enige scepsis onder “tv kenners” en het publiek, door zijn gebrek aan snelheid. Inmiddels heeft hij zich dubbel en dwars bewezen als no-nonsense verdediger, die regelmatig naar voren sluipt om alleen op de allerbelangrijkste momenten het net te laten bollen. Het schijnt zelfs zo te zijn dat er alleen in zijn wedstrijdbroekje extra grote zakken zitten, anders passen niet alle spitsen van de Eredivisie erin.
En dat heerlijke spontane juichen bij zowel de 0-1 als 0-2. Zo juich je als supporter thuis op de bank, in de kroeg of in een uitpuilend uitvak ook. Schitterend die ontlading bij zowel Botteghin als Jorgensen. Die laatste verkeert na de winterstop niet in zijn beste vorm, maar blijft toch een uiterste efficiënte spits. Eentje die het spel van Feyenoord ook door zijn meevoetballende kwaliteiten naar een hoger plan tilt. Ik kan ze eigenlijk allemaal wel af gaan, maar daar heb ik nog 13 speelronden voor. Nog eentje dan, want Elia is misschien voor Feyenoord begrippen een iets te excentrieke speler, toch heeft de man wekelijks minimaal 1 beslissende actie. En bijna altijd dubbele dekking, waardoor ergens anders op het veld ruimte ontstaat.
Wat deze 3 gasten allen gemeen hebben, evenals de overige 8 veldspelers, is de rust die zij uitstralen. Een rust die overslaat op alles dat Feyenoord is. Het uitvak begon na de 0-2 spontaan te zingen dat ze wilden blijven om al het bier op te drinken. Die zitten dus waarschijnlijk nog in de Grolsch Veste. En trainer Gio trok op zijn verjaardag nog maar eens een wijntje open. Mochten de resterende 13 wedstrijden gaan zoals verwacht, is er in mei geen biertje of wijntje meer te krijgen in Rotterdam. Maar tot die tijd proosten we rustig op weer een overwinning en voelen geen druk. Want dit Feyenoord straalt in alles uit, het komt wel goed!
Remi