Feyenoorder Rick Karsdorp wordt steeds stabieler. Hij probeert aanvallend meer zijn momenten te kiezen en verdedigend beter te worden. Karsdorp is niet meer alleen aanvallend. “Leuk, hoor, twintig assists achter je naam, maar ik heb liever De Schaal.”
Feyenoord werd vorig jaar na de historische reeks nederlagen realistisch, ook Karsdorp. Feyenoord ging compacter spelen, eerst zorgen dat er geen tegengoals vallen. “De andere tactiek werkte. We pakten zelfs de beker. Die ploeg is bij elkaar gebleven en flink versterkt met Steven Berghuis, Brad Jones en Nicolai Jørgensen. Als je vijf punten voor staat, je traint goed en je wint de wedstrijden in de eerste seizoenshelft ook na een achterstand, dan moet je ook zeggen dat je nummer 1 blijft.”
Karsdorp vindt het opvallend. Spelers van Feyenoord hoorden constant dat Ajax en PSV betere spelers heeft. Het zou een kwestie van tijd zijn dat de Rotterdammers gepasseerd werden op de ranglijst. “Op basis waarvan dan? Als je het zo goed doet, is dat wel opmerkelijk. Ik lees dat ook weleens, maar ik zou niet weten op basis waarvan mensen dat zeggen. Niet op basis van het spel en de stand in ieder geval. Wij zijn zó’n sterk team” aldus Karsdorp, in de Voetbal International, die de voorsprong koestert. “Maar zelfs zonder naar die voorsprong te kijken zeg ik: Ik heb zo veel vertrouwen in deze ploeg.”
Feyenoord laat zich dit seizoen niet van de wijs brengen. Ook niet als ze bij het stugge Roda JC, daar waar PSV, Ajax en AZ punten verspeelden, na een uur spelen nog op 0-0 staan. “We wisten ook dat we zouden gaan scoren. In de tweede helft zijn we wat dieper gaan spelen en uiteindelijk wonnen we gewoon met 0-2. Wij leven van week tot week, maar jullie vragen er steeds naar en dat snap ik ook. Dus als jij uit mijn naam wilt opschrijven dat we op koers liggen voor de Coolsingel, dan mag dat. Feitelijk is dat ook zo.”
Feyenoord weet dat het waarschijnlijk niet alle 16 wedstrijden gaat winnen. “Wij kijken van wedstrijd naar wedstrijd. Wij gaan ook niet zestien wedstrijden achter elkaar winnen. Dat moet natuurlijk wel, maar je kan weleens een mindere dag hebben, dan komt er vanzelf een keer puntenverlies, maar dacht je dat Ajax en PSV dat niet gaan krijgen? Natuurlijk wel. Het vertrouwen gaat alleen maar groeien bij ons, ik ben echt nergens bang voor. Ik zit hier al vanaf mijn achtste. Toen Feyenoord voor het laatst kampioen werd, was ik net vier. Weet ik niets van. Dus het is voor mij, de supporters en iedereen binnen de club zo bijzonder.”
Feyenoorders durven te praten over de titel. Het is geen taboe meer, al blijft vooral het realisme overheersen. “Zover zijn we natuurlijk nog niet”, weet Karsdorp. “Maar als straks blijkt dat we een kampioenswedstrijd kunnen spelen, dan het liefst in De Kuip. Als het echt gebeurt, moeten we het hier beslissen voor onze eigen supporters en de mensen binnen de club.” Feyenoord zit ook nog in de beker. De laatste dubbel was in 1984. Karsdorp grijnst: “Vorig jaar wonnen we de beker ook, waarom zou dat niet kunnen?”
Het nieuwe Rotterdamse realisme is ook bij hem geland. “Verdedigend sta ik intussen veel beter. Het is nu meer: Wanneer ga ik die rush maken in plaats van bij iedere kans naar voren te stormen? Ja, dan hou ik me inderdaad in. Ik ben veel minder naar voren gegaan, dan vorig seizoen. Misschien scheelt het onbewust ook dat ik toen wist dat Michiel Kramer die bal uit alle standen erin kon koppen als ik ’m naar voren slingerde. Nu spelen we anders. En zo wil de trainer het ook. Ik denk dat ik volwassener ben geworden, ik hoef niet meer twintig keer naar voren. Vijf keer met twee goede ballen waaruit wordt gescoord is óók goed.”