De afgelopen maand heb ik mijn club van afstand moeten volgen. Een reis door Zuid Amerika met als gevolg op de meest rare tijden proberen iets mee te krijgen van je cluppie. Al was dat in Peru niet heel moeilijk, de wedstrijden die Renato Tapia in de basis speelde konden de volgende dag uitgebreid op de voorpagina en twee volle sportpagina’s teruggelezen worden. Wanneer je in een taxi stapt en met het gebruikelijke praatje binnen vijf minuten met het gespreksonderwerp bij Feyenoord uit kan komen dan voelt het al snel thuis.
De wereld is wat dat betreft klein, want hoewel Feyenoord voorpaginanieuws was in Peru, lopen ook daar de kindjes over straat in shirtjes met de opdruk van Cristiano Ronaldo en Lionel Messi en vormen het rood van Manchester United en het blauw van Chelsea ook daar het vaste kleurenpallet van de voetballiefhebber. Sommige dingen veranderen, helaas niet altijd op de manier zoals je wilt. Dan doel ik nog niet eens op het feit dat de vercommercialisering van het voetbal al het plezier van het Europese voetbal op allerhoogste niveau heeft weggehaald, maar vooral de opstomende transformatie van het Nederlands voetbal en mijn clubje Feyenoord in het bijzonder.
Toen ik een kleine maand geleden in het vliegtuig stapte moest ik lachen om Chris Woerts, ondanks dat hij verantwoordelijk is voor het vermarkten van alles wat met voetbal te maken heeft had ik toch wel verwacht dat niemand in het geintje zou meegaan om de Johan Cruyff schaal voortaan in Afrika te spelen maar de man kreeg er nog bizar veel aandacht voor. Het staat symbool voor het hedendaagse mondiale voetbal, dollartekens gaan boven het plezier. Kleine jongetjes dromen er niet meer van om voetballer te worden omdat ze gek zijn van het spelletje, maar omdat het de snelste uitweg is voor een leven zonder toekomst. Je kunt het ze niet kwalijk nemen.
Ondanks al deze ongein kwam de grootste shock toen Feyenoord de laatste training voor de klassieker afwerkte in de kuip. Tsjah je kunt je afvragen waarom je juist hier jezelf zo druk om moet maken als er binnen het voetballer iets veel groters zich afspeelt, maar het is tekenend. Had iemand vijf jaar geleden gedacht dat de laatste training voor de klassieker überhaupt in de kuip zou worden afgewerkt en dat er nog sterker een vuurwerkverbod zou gelden? Of dat er wedstrijden (uit eigen vrije wil van de club) in een half leeg stadion achter netten gespeeld zou worden? Noem het naïviteit, ik had die persoon voor gek verklaard
Wat kan het soms snel gaan met veranderingen en dat is moeilijk te verkroppen. Af en toe vraag ik mij af hoe lang het nog leuk blijft, hoe lang ik die kriebel blijf voelen op het moment dat de speelkalender bekend is en ik meteen zoek naar de klassieker. Nu ben ik geen wegloper, verre van maar als de strijd voor datgene wat je aan het hart gaat op een oneerlijke manier, met ongelijke straffen wordt gevochten snap ik het dat je er moedeloos van kan worden.
Hoe lang nog voordat alle passie en emotie plaats heeft gemaakt voor klappertjes en vlaggetjes? Hoe lang nog ellenlang discussiëren over een nieuw stadion dat niemand kan en wil betalen? Het drijft mij af en toe tot wanhoop. Het laat mij schrikken als ik er zoals nu even niet ben geweest en dit soort verrassingen blijf aantreffen wanneer ik terug kom. Maar het is goed om terug te zijn, want het seizoen duurt nog lang.