Alles en iedereen die Feyenoord een warm hart toedraagt hield afgelopen zomer de adem in. Kenneth Vermeer scheurde zijn achillespees af en Warner Hahn was al langdurig geblesseerd. Feyenoord trok doelman Brad Jones aan, de doelman hoort vaak dat hij eeuwige tweede doelman zou zijn. “Zelf ervaar ik dat anders: zodra ik mij comfortabel voel, zoek ik naar een nieuwe uitdaging.”
Feyenoord presteert zonder Vermeer prima en Jones lijkt de stabiele factor bij Feyenoord. Na acht overwinningen en slechts twee tegendoelpunten lijkt Vermeer niet gemist te worden. De Australiër is laconiek. “Als ik niet goed zou presteren, had iedereen zich afgevraagd wanneer Kenneth weer fit is. Gelukkig wordt daar nu minder over gepraat. Verder is het niet relevant om het over hem te hebben. Het is geen story op dit moment.” Jones is op het veld en buiten het veld een mannetje met veel bravoure. Hij wil als Vermeer fit is ook niet zomaar stand-in worden van de doelman. “Toen ik hier kwam, heb ik gezegd dat ik elke wedstrijd wil spelen. Daar is niks aan veranderd”, aldus Jones tegenover De Volkskrant.
Vorig seizoen gaf Jones zijn carrière een boost. Hij keepte in de tweede seizoenshelft 17 wedstrijden bij NEC. In de 15 jaar daarvoor keepte hij gemiddeld zeven wedstrijden per seizoen. “Ik ben naar NEC gegaan om me in de etalage te zetten. De club had nauwelijks geld. Alleen mijn onkosten werden vergoed, maar ik wilde spelen op het hoogste niveau. Het heeft goed uitgepakt.”
Jones ging op zijn 16e het geluk beproeven bij Middlesbrough, tot hij met de kerst een paar dagen terug was in Australië en hij besloot om niet terug te gaan. “De droom van profvoetballer was mooier dan de werkelijkheid.” Middlesbrough greep in, Jones hoefde niet meer in hotels te leven, maar ging naar een gast gezin. Het ging beter met Jones en na enkele verhuurperiodes kwam hij bij zijn droomclub Liverpool terecht. “Mijn moeder komt uit Liverpool. Haar familie stuurde regelmatig het nieuwe shirt naar ons op.”
In vijf seizoenen speelde Jones bijna geen wedstrijden. “Ik realiseerde me dat ik met de overgang niet één, maar drie stappen vooruit zette.” Toch legde Jones zich niet neer bij het zijn van tweede doelman. “Je kunt me voor gek verklaren, maar elke keer als de trainer de opstelling bekendmaakte, was ik teleurgesteld. Ook al wist ik dat ik niet zou spelen. Ik vond dat ik gelijk was aan Reina.”
Jones maakte in Liverpool ook zijn treurigste moment in het leven mee. Zijn zoontje Luca overleed op 6-jarige leeftijd aan leukemie, dit zorgde voor veel hoofdbrekens en Jones twijfelde of hij wel profvoetballer wilde blijven. Hij besloot door te gaan, moest invallen in een wedstrijd van Liverpool en stopte gelijk een penalty. Hij wees naar de hemel, naar zijn zoontje, waar hij liever niet over praat.
Jones ziet veel vergelijkingen tussen Feyenoord en Liverpool, de passie spat er van af als hij het over de supporters heeft. Hij ziet het verlangen bij supporters om succes te hebben met de club. “Ik zie het in de ogen van onze fans wanneer we scoren. Als ik een kleine jongen met zijn vader uit zijn dak zie gaan op de tribune, krijg ik kippenvel in het doel.”
Tegen Jones werd wel eens gezegd dat hij een boek moet schrijven over zijn carrière. Toch ging hij daar niet op in. “Maar nu ik erover nadenk, is er best veel gebeurd in mijn leven.” Jones weet niet of het boek er ooit komt, maar als hij mag nadenken over het laatste hoofdstuk weet hij al hoe dat eruit ziet. Met de schaal op de Coolsingel volgend jaar mei. “Maar zover is het nog niet. We hebben nog een lange weg te gaan.”