Bij de hedendaagse voetbalwedstrijden wordt steeds meer gebruik gemaakt van agenten, camera's en smartphones voor een betere veiligheid. Goed nieuws, behalve voor de hooligans. Zij zien zich nu genoodzaakt om op andere plekken de confrontatie aan te gaan met rivaliserende supportersgroepen, zo meldt [i]Nieuwsuur[/i].
Deze [i]free fights[/i] zijn een schoolvoorbeeld van het 'moderne hooliganisme'. Bossen, landwegen en weilanden zijn de ideale plekken om in de anonimiteit met minimale regels te knokken. 'Minimale pakkans, maximale confrontatie': de slogan die gebruikt wordt om buiten het oog van de maatschappij volledig uit de band te springen.
De afgelopen jaren zijn er tientallen van dit soort [i]free fights[/i] geweest. Onder meer supporters van Feyenoord, Fortuna Sittard en de Belgische clubs Standard Luik, Gent en Genk waren betrokken bij deze confrontaties. Op 6 februari van dit jaar vochten hooligans van Feyenoord nog tegen raddraaiers van de Duitse combinatie Werder en Essen.
De Nationale Politie vindt deze gevechten onacceptabel. De Rotterdamse politiechef Frank Paauw: 'Ten eerste omdat het in de openbare ruimte is en daar kunnen onschuldige burgers bij betrokken raken, je kunt ook zien dat er flink wordt door geschopt. En er kunnen gewonden bij vallen, doden, en dat is in een maatschappij als de onze niet wenselijk en gewoon niet te tolereren.'
Tot zijn vrees verwacht Paauw dat te gevechten zullen toenemen: 'Je kunt dit ook zien als een vorm van training. Men bekwaamt zich in groepsverband in vechten en dat kan zich manifesteren in de openbare ruimte. Een geoefende groep die in staat is om in groepsverband te vechten in een commandostructuur is voor ons veel moeilijker tegen te gaan dan een ongeorganiseerde groep.'
Toch zijn er ook voorstanders van deze knokpartijen in de open natuur. Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie aan de Radboud Universiteit: 'Hier heb je mannen die er behoefte aan hebben om hun primaire, eerste natuur een kans te geven. In onze cultuur zitten ze te strak in het pak en op een gegeven moment knappen ze daaruit. Zo'n weiland waar ze niemand lastig vallen of niks kapot kunnen maken is eigenlijk een heel goede oplossing. Ze maken op deze manier een groei door. In psychologisch opzicht raken ze iets kwijt en leren ze hun grenzen kennen.' De hoogleraar pleit wel voor duidelijk afspraken: een leeftijdsgrens van 18 jaar, geen wapens en gewonden dienen zelf de dokters- of ziekenhuiskosten te betalen.