Jørgensen: 'Koipvrees? Dit publiek tilt een team op, volgens mij krijg je dan vleugels'
Nicolai Jørgensen is nu een aantal weken in dienst van Feyenoord. De spits die overkwam uit Denemarken lijkt zich vrij makkelijk aan te passen. Ook is hij niet bang voor Kuipvrees. “Ik was alleen erg bang voor de helikopter.” Jørgensen weet dan ook wel hoe hij Feyenoord moet omschrijven in één woord. ‘Extreem.’
Jørgensen kan ook wel uitleggen waarom. “De beleving. Dat wist ik natuurlijk al. De supporters beleven en maken het zo extreem. Dat is ook precies een van de redenen dat ik voor deze club heb gekozen. Ik wist erg veel over Feyenoord. Wij Denen volgen de Eredivisie. Er spelen altijd landgenoten. Ik heb al veel gepraat met Jon Dahl Tomasson, met wie ik nu ook bij het Deense elftal werk. Jon is een legende hier. Iedereen weet dat hij scoorde in de UEFA Cupfinale. Hij was erg positief over Feyenoord. Het betekent veel voor me dat ik de kans heb bij deze club te spelen. Er waren ook aanbiedingen uit grotere competities. Dit niveau is hopelijk precies goed voor me”, aldus Jørgensen tegen over Voetbal International.
‘Klopt. Ik scoorde meteen in de eerste twee wedstrijden, en ook al was dat tegen amateurs, het is toch prettig. Tegen Anderlecht speelde ik één helft en dan zie je hoe goed deze ploeg is. Het liep lekker met Kuijt en Elia, ik had alleen graag willen scoren. De Open Dag is krankzinnig. Het enige waar ik tegenop zag, was die helikopter. Daar was ik echt bang voor. Verder zijn er niet eens woorden voor. Man, ik was na de eerste training al in een shockmodus. Hoeveel fans waren er? Tien-, vijftienduizend? Dat bevestigde wel meteen wat ik al wist. Dat dit een van de fanatiekste en extreemste supportersscharen ter wereld is. Tomasson vertelde het me ook al, maar ik heb zelf ook mijn hele leven veel Feyenoord gezien. Op TV, op Youtube. Als kind was mijn vriendje David helemaal gek van Feyenoord. Hij droeg altijd Feyenoord-shirts van Kappa. Tomasson en Roy Makaay waren zijn helden.’
Jørgensen heeft totaal geen angst dat hij Kuipvrees krijgt. “Koipvrees? Dit publiek tilt een team op, volgens mij krijg je dan vleugels. Het begint bij jezelf. Ik voel het niet. In Kopenhagen verwachten ze ook veel van je. Daar fluiten ze net zo goed als je een bal onder je voet door laat schieten. Dat hoort erbij. Zodra ik in het veld sta, doe ik alles om te winnen. Eén ding kunnen ze me in ieder geval nooit verwijten en dat is dat ik niet hard werk. Ik kan behoorlijk crazy worden op het veld. Vroeger was ik zelfs te driftig, maar sinds ik prof ben word ik crazy op een gezonde manier. Ik ben nog nooit van het veld gestuurd.”