Van Hanegem is dol op Rotterdam, sinds zijn periode bij Feyenoord is de ‘De Kromme’ nooit meer los gekomen van de stad. ‘Rotterdam, wat een stad, het is me gewoon overkomen, Feyenoord wilde me en daarna ben ik nooit meer echt losgekomen van de stad en zijn bewoners. Het hoort voor altijd bij mijn leven en bij wie ik ben.’ Aldus van Hanegem in de Vara Gids.
Van Hanegem woonde in zijn periode bij Feyenoord heel simpel in een flatje aan de Molenvliet. In die tijd woonde van Hanegem bij veel Feyenoorders in de buurt. Dat de spelers en supporters zo dicht bij elkaar op de lip zaten voelde goed volgens van Hanegem. ‘We woonden inderdaad gewoon in een flatje. Dat had Feyenoord voor me geregeld. Achter me woonden Gerard Meijer, onze verzorger, en Rinus Israel. Van Rinus wist ik dat hij een voorbeeldige prof was, want elke avond ging daar op tijd het licht uit en de gordijnen dicht. Aan de overkant woonden Franz Hasil en trainer Ernst Happel. Coen Moulijn en Eddy Pieters Graafland hadden een winkel in de buurt. Dat vond je gewoon, dat je allemaal bij elkaar in de buurt woonde, tussen je supporters, tussen de echte Rotterdammers. Je zat bovenop elkaars lip, iedere dag, maar dat voelde juist wel goed.’
Willem van Hanegem is door zijn periode bij Feyenoord verliefd geworden op Rotterdam en voornamelijk door de mensen daar in Rotterdam. Daarom gaat van Hanegem af en toe nog graag naar café ’t Vinkje in Charlois. ‘Alle wereldproblemen komen er voorbij en die worden ook direct opgelost. Voor ieder probleempje bij Feyenoord hebben ze een oplossing, dat vind ik wel mooi. Binnenkort ga ik weer. Heerlijk! Je weet van tevoren precies wat je krijgt, en dat is het nou net. Ik zoek dat bewust op omdat ik het leuk vind. Hoe die Rotterdammers onder alle omstandigheden van hun club blijven houden, dat is zo authentiek en komt recht uit hun hart.’ Aldus van Hanegem in de Varagids.
Toch blijft het hoogtepunt in Rotterdam voor ‘De Kromme’ nog altijd de Kuip. Volgens van Hanegem is dat een magisch gevoel wat al begint bij de van Brienenoordbrug. ‘Als ik over de Van Brienenoordbrug rij, moet ik altijd kijken naar De Kuip. Ik krijg nog eens een ongeluk als ik niet uitkijk, ik zit altijd effe te turen naar dat stadion. Sowieso denk ik bij Rotterdam altijd als eerste aan de club, aan Feyenoord. Er zijn meer clubs waarmee ik iets heb, maar Feyenoord – dat zal iedereen begrijpen – daar kan niets tegenop. En het stadion is het huis van Feyenoord. Je wordt er als het ware naar toe gezogen, zo magisch is die plek. Dat heb ik niet zelf verzonnen, dat hebben meerdere mensen me ooit verteld en uitgelegd. Mensen uit Friesland, van de Veluwe en uit Brabant. Ik vroeg weleens waarom ze er toch elke wedstrijd weer waren. ‘Kunnen we niks aan doen’, zeiden ze dan. Ze werden het stadion ingetrokken, daar was niets tegen bestand.’
Over de nieuwe Kuip is van Hanegem duidelijk tegenover de Varagids. ‘Er komt nu een nieuwe Kuip. Jammer dat er jaren geleden geen start gemaakt is met de ‘vernieuwbouw’ van De Kuip. Dat had toch wel mijn voorkeur hoor. Maar ja, de tijd gaat voort, je moet mee. Het heeft iets droevigs, als ik het zo zeg, maar als je in Rotterdam om je heen kijkt, zie je dat de nieuwe tijd ook zijn aantrekkelijke kanten heeft. En toch, als ik er aan denk dat Feyenoord uit die Kuip vertrekt… Ik denk er toch liever maar niet aan.’